is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Niklaasklooster
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Sint-Niklaasklooster: kapel
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint Niklaasgesticht. Heden Sint-Niklaasklooster en -ziekenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalig "Sint Niklaasgesticht". Heden, het Sint-Niklaasklooster en -ziekenhuis. Complex gelegen tussen de Voorstraat, de Sint-Niklaasstraat en de Houtmarkt.
Een groot deel van het middeleeuwse gebouwenbestand wordt afgebroken in de loop van de 19de en 20ste eeuw. Enkel de gebouwen aan de Voorstraat zijnde kapel, klooster en voormalige vleugel van de kostschool blijven behouden. De rest verdwijnt met de bouw van het Sint-Niklaasziekenhuis in 1958.
De oudst bekende akte dateert van 8 maart 1357, hierbij bevestigt de bisschop van Doornik de stichting van een kapelanij, verbonden aan het hospitale Sancti Nicolaii. Het hospitaal staat vermoedelijk vooral in voor de opvang van passanten en pelgrims.
Op 14 september 1362 bevestigt de bisschop van Doornik de stichting van een klooster verbonden aan het gasthuis. Vermoedelijk wordt dit gasthuis in de 14de eeuw ingericht door de broederschap van Sint-Niklaas. Het zijn waarschijnlijk de meerseniers (kleinhandelaars) of de kaarsgieters, die beiden Sint-Niklaas als patroon hebben, die tot de broederschap behoorden. Met de financiële steun van de broederschap slagen de nonnen erin om de hulpverstrekking een bestendig karakter te geven.
De oudste eigendommen van het Sint-Niklaasklooster, geschonken door de broederschap bestaan uit het Sint-Niklaashuis en twee aanpalende huizen en erven gelegen op de hoek van de huidige Voorstraat en Sint-Niklaasstraat.
1451-1453: tijdens de Gentse opstand tegen Filips de Goede worden de wijk Overbeke en het gasthuis zwaar beschadigd.
1488: het complex wordt door brand verwoest.
1561: optrekken van kloosterpand.
1578-1580: door de beeldenstorm tal van vernielingen aan het klooster.
1632: bouwen van een nieuwe "fermerie" (gastenzaal) en een houtloods.
1648: op de plaats van een vervallen huisje wordt een nieuw ziekenhuis gebouwd bij de gebouwen van 1561.
Rond die tijd omvat het kloostercomplex een vijftal gebouwen: een gastenzaal, de infermerie, de stal en een huis met keuken. Het geheel is afgesloten door een muur en ligt rond een centrale binnentuin.
1706: er wordt een nieuw gebouw opgetrokken op de binnenplaats in Lodewijk XIV-stijl. De gevel wordt in 1954 afgebroken.
1794: de komst van de Franse legers betekent het begin van een moeilijke periode, waarbij het Sint-Niklaasklooster gedwongen wordt grote sommen geld te betalen. Wanneer op 6 oktober de opheffing van de kloosters bekend gemaakt wordt, blijft het gasthuis gespaard als instelling van openbaar nut. De gebouwen blijven bewaard en worden overgedragen aan de Burgerlijke Godshuizen, waardoor de verkoop als Nationaal Domein voorkomen wordt. De zusters daarentegen worden verdreven. Op 2 januari 1798 wordt de hospitaalkerk gesloten voor het publiek.
Op 1 mei 1801 kunnen vijf zusters terugkeren naar hun gebouwen in de Voorstraat en in 1803 worden de restricties tegen kapellen opgeheven en kan de Sint-Niklaaskapel weer opengesteld worden. De zusters nemen het klooster in huur van de Burgerlijke Godshuizen en richten er een kostschool in voor meisjes.
1832: ten dienste van de kostscholieren wordt een gebouw opgetrokken op de plaats van de bouwvallig geworden lokalen waar vroeger de passanten en pelgrims werden geherbergd.
1842: bouw van een groot gebouw voor de opvang van weeskinderen.
1843: oprichten van een nieuwe vleugel met een klassieke peristyle in de tuin.
1923: het gebouw van 1832 krijgt een nieuwe verdieping. In de gang van de kapel wordt een nieuwe veranda gebouwd. Tevens verrijst er een grote communiteitzaal en een nieuwe slaapzaal voor de novicen.
1924: bouw van een refter, een keuken en cellen voor de zusters. Verbouwing van de voorgevel.
Tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog wordt het klooster gebruikt als oorlogshospitaal. Vanaf 1937 richten de zusters een school voor verpleegsters in.
1955-1958: bouw van het Sint-Niklaasziekenhuis.
In 1418 schenkt de bisschop van Doornik een aflaatbrief voor het bouwen van een nieuwe Sint-Niklaaskapel. Bij gebrek aan geld zal de wederopbouw veel tijd in beslag nemen. Pas in 1478 blijkt dat de kapel weer gewijd is. Het is een oost-west gerichte eenbeukige kapel onder zadeldak met een klokkentorentje.
Van 1514-1558 neemt de "gilde van den Cruuce" haar intrek in de kapel. Herstellingen worden doorgevoerd in 1544 en in 1617-1618, wanneer het stadsbestuur geld ter beschikking stelt voor het verhemelen en lambriseren.
1664: plaatsen van een barokdeurtje aan de straatzijde.
1673: de gewelven worden hersteld en de doorgang van de sacristie naar de kerk wordt gewijzigd. Tevens plaatst men een biechtstoel bij de ingang van de kerk.
1696: plaatsen van beeld van Onze-Lieve-Vrouwe van Lorette boven het altaar.
17de eeuw: plaatsen van het koorgestoelte.
1720: plaatsen van een nieuw tabernakel.
1726: leggen van een marmeren plaveisel in het koor.
1832: nieuw altaar.
1872-1873: vergunning tot het vernieuwen van ramen en kroonlijst. De gevel wordt bepleisterd en gewit. Tevens wordt een nieuw klokje geplaatst (opschrift: SANCTE JOSEPH + TUERE HANC DOMUM ME FUDIT lOVANII SEVERINUS VAN AERSCHODT 1873).
1920: vernieuwen van het interieur.
1962: bij de viering van het 600-jarig bestaan van de Zusters van Sint-Niklaas wordt de afwerking uit 1873 weer verwijderd.
1978-1979: in november 1978 start van de herstelling en restauratie van de kapel onder leiding van C. Allaert (uitvoering: P.V.B.A. Verstraete uit Rumbeke). Tijdens de restauratiewerken blijkt dat de dakconstructie uit twee verschillende periodes dateert, wat op een uitbreiding wijst. Bij de restauratie worden de buitenmuren opnieuw gewit (hierdoor wordt het kruismotief in blauwe bakstenen aan het zicht onttrokken). Ook het interieur van 1920 wordt hersteld. De nieuwe glas-in-loodramen zijn van de hand van de Brugse glazenier Martens.
Op 6 december 1979 wordt de kapel opnieuw ingewijd door Mgr. E.J. De Smedt.
Witgekalkte, verankerde baksteenbouw onder leien zadeldak met dakruiter. Geprofileerde spitsboogvensters met afzaten. Tussen travee één en twee, korfbogig portaaltje in geblokte omlijsting van witte natuursteen en vernieuwd bordes van drie treden. Zijpuntgevels met aandak, topstuk en kraagstenen. Interieur: Eenbeukige kapel met bepleisterde en beschilderde wanden. Spitsbooggewelf.
Klooster. Uitgebreid en met vernieuwd parement van 1926. Imposant natuurstenen parement geaccentueerd door de licht vooruitspringende poortraveeën bekroond door fronton; aflijnende pilasters met Ionisch kapiteel. Rechthoekige vensters op de tweede bouwlaag met balusterborstwering en met kroonlijstje. De eerste poort geeft toegang tot het klooster met onder meer neoclassicistische aangeklede salons aan de straatzijde met typische bepleisterde plafonds met rozet. Opmerkelijke, aan de tuin gelegen spreekkamer opgevat als veranda: houten constructie met glas in lood. De tweede poort geeft toegang tot de voormalige school. Trappenhuis verlicht door prachtige lanterneau; glas in lood.
Nummer 53, "Priorij/ Gasthuse". Maakt deel uit van het Sint-Niklaasklooster. Eenvoudige baksteenbouw onder pannen schilddak. Ontpleisterd parement zie oude prentbriefkaarten. Houten deur in 18de-eeuwse arduinen spiegelboogomlijsting.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In de eerste helft van de 19de eeuw werd in het instituut een orgel gebouwd door Pierre (jr) van Peteghem (Gent).
In 1884 werd een nieuw instrument gebouwd door L.-B. Hooghuys (Brugge). In 1932 werd dit instrument verkocht aan de Sint-Godelievekerk in Rumbeke-Beitem waar het zich nog steeds bevindt.
In 1933 werd een nieuw orgel gebouwd door J. Anneessens (Menen). Het werd eind 20ste eeuw gerenoveerd door P. Andriessen (Menen).
Is gerelateerd aan
Priorij Gasthuse
Is deel van
Voorstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Niklaasklooster [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60373 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.