erfgoedobject

Passionistenklooster

bouwkundig element
ID
60405
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60405

Juridische gevolgen

Beschrijving

Complex gelegen tussen de Wandelingstraat, Veldstraat en Passionistenstraat en bestaande uit klooster, kloosterkerk en bedevaartstuin. Bakstenen afsluitmuur aan de Veldstraat geritmeerd door de rondboognissen. Aflijnende overhoekse muizentandfries. Uniek is het ingewerkte urinoir met houten klapdeurtjes.

In het jaar 1840 kwamen de eerste passionisten naar België en vestigden zich in Ere nabij Doornik. Het duurde vrij lang voor er in België een tweede stichting tot stand kwam. Aanleiding was de opheffing van het klooster te Herten in Nederlands Limburg. De keuze voor de tweede stichting viel op Kortrijk, vermoedelijk wegens de vriendschappelijke band van de stichter pater Isidoor Brems met Jean Romain Croquison uit deze stad. Op 11 juli 1869 werd een gedeelte van het oude Rekolettenklooster, op de linkeroever van de Leie, aangekocht (het huis nummer 17 in de huidige Rekolettenstraat). Het eigendomsrecht van het aangekochte gebouw werd de paters echter betwist en het pand ging verloren. Op 11 juli 1872 werd een terrein gekocht aan de andere zijde van de stad, gelegen op de hoek van een veldwegel en de Ommegangsweg, respectievelijk de huidige Wandelingstraat en Veldstraat. De percelen lagen buiten de stad in de nabijheid van de gedempte wallen en van de oude Sint-Janspoort. Op 12 december 1872 werd de stichting aan de gemeenteraad voorgesteld en op 16 december werd de toestemming gegeven tot de oprichting van een klooster. Op 8 juni 1873 werd de eerste steen gelegd door Mgr. Faict, bisschop van Brugge. De plannen waren van de hand van Fr. Hennebique uit Brussel. De bouw van de kerk werd beëindigd in april 1874; de bouw van het klooster startte op 18 november 1873 en duurde tot oktober 1874. De kerk, toegewijd aan de Heilige Antonius, werd ingezegend op 13 juni 1874 door deken Van De Putte.

1874 en 1876: in de kerk worden schilderwerken uitgevoerd door de heer Truffaut.

1881: plaatsing van de kuip van het preekgestoelte, vervaardigd door Delbaere. Het klankbord naar ontwerp van architect Lommens, dateert uit 1894.

1884: aankoop van een nieuwe tuin (40 a en 86 ca), gelegen ten oosten van het klooster, lopend tot aan de veldwegel.

1885: in de lente van het jaar 1885 wordt een muur opgetrokken rond de nieuw verworven eigendommen. Een deel hiervan is bewaard in de Wandelingstraat. Er worden eveneens twaalf cellen gebouwd aan de oostkant (zijde van de spoorweg). Ditzelfde jaar wordt het hoofdaltaar, getekend en uitgevoerd door Charles Delbaere, voltooid.

1895: schilderwerken in de kerk door Guillaume Deumens uit Venlo (Nederland). Omstreeks dit jaar wordt een orgel geplaatst in de kerk. Het is afkomstig van de kerk in Gits. Het orgelbuffet is getekend met het jaartal 1667 en houdt stilistisch het midden tussen renaissance en barok.

1896: plaatsing van de piëta, eveneens vervaardigd door Charles Delbaere.

1898: Op 5 april wordt het eerste instituut opgericht op de zolder.

1899: aankoop van het veld De Blauwe (22 are 25 centiare) met bijhorende veldwegel, gelegen tussen de spoorweg en de tuin van 1884.

1908: bouw van de jubelgrot ter ere van het vijftigjarig jubileum van de eerste verschijning van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Lourdes.

1915: bouw van enkele gebouwen, waaronder een "broeikas" in de tuin. Het eerste deel van het instituut wordt opgericht, op het perceel ten oosten van de grot.

1924: er worden nieuwe brandvensters geplaatst, vervaardigd door het huis Osterath in Luik. De vorige ramen, vermoedelijk van 1899, werden verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog. Plaatsing van een nieuw orgel, van de hand van Oskar Anneessens uit Kortrijk. Het oude orgel vindt na enige omzwervingen een vaste plaats in de Heilige Johannes Bosco kerk in Eindhoven.

1926: aankoop van een stuk grond dat over de ganse lengte parallel loopt met de noordgrens van de grond uit 1899.

1933: onder het provinciaat van E.P. Sebastiaan wordt het instituut uitgebreid. Daartoe wordt een nieuw gebouw opgetrokken op de grond, aangekocht in 1926. De werkzaamheden vangen aan op Pasen. De architect is Emiel Haesbrouck uit Kortrijk, de gebroeders Lannoo uit Marke zijn de aannemers. De kruisweg, bestemd voor de kapel van het instituut wordt vervaardigd door Michel De Loore uit Gentbrugge. Sinds Goede Vrijdag 1973 bevindt deze zich in de Sint-Antoniuskerk ter vervanging van de vorige kruisweg van de hand van E.H. Van Den Driessche en geschilderd door Callebert (Roeselare).

1934: wijziging van de rooilijn voor de aanleg van de Passionistenlaan. De muur van 1885 wordt doorgetrokken. De kruiskapel op de scheiding tussen de oude en de nieuwe muur wordt afgebroken.

1952: bouw van de grafkapel van broeder Isidoor. Net als in 1933 worden de werkzaamheden geleid door Emiel Haesbroeck en worden ze uitgevoerd door Lannoo. De kapel wordt ingezegend op 28 juni 1952.

1962: derde uitbreiding van het Sint-Gabriëlinstituut, naar ontwerp van L. Allaert (Kortrijk). De inwijding vindt plaats op 14 juni 1964 door Mgr. Desmedt, bisschop van Brugge. Op 1 juli 1972 wordt besloten het instituut op te heffen, gezien het uitblijven van roepingen. Het ganse complex wordt te koop gesteld en op 10 november wordt het aangekocht door de stad Kortrijk, die er een jeugdheem in onderbrengt.

Georiënteerd bedehuis opgetrokken in 1873, naar ontwerp van Fr. Hennebique, aan de straat afgezet door smeedijzeren hek. Rode baksteenbouw onder leien zadel- en lessenaarsdaken. Basilicale kerk met driebeukig schip van zes traveeën, koor van anderhalve travee en met rechte sluiting. Zijkoren eveneens met vlakke sluiting respectievelijk gewijd aan Heilige Isidoor en Heilige Maria. Westelijke puntgevel met aandak en strekken; top bekroond door kruis. Aanleunende zijgevels met licht vooruitspringend portaal en geprofileerde rondbogige deuropening, gevat in blinde rondboognis met erboven aflijnende rondboogfries. Noordelijke en zuidelijke gevel geritmeerd door lisenen met erop vlakke steunberen en rondboognissen met tweelichten met gestileerd bakstenen zuiltje. Rondboogfries. Oostelijk houten klokkentorentje onder ingesnoerde spits. Ten oosten van de kerk, de in 1952 bijgebouwde grafkapel van Broeder Isidoor, naar ontwerp van E. Haesbrouck (Kortrijk). Kapel op klaverbladvormige plattegrond en met centrale koepel. Centrale graftombe uit franse marmer uit het Massif Central. De brandramen naar ontwerp van M. De Loore (Gent), stellen verschillende facetten uit het leven van broeder Isidoor voor.

Interieur: Volledig beschilderd interieur dat een totaalkunstwerk vormt met het meubilair. Basilicaal schip geritmeerd door de spitsboogvormige scheibogen op bundelpijlers. Pijlers met heiligenbeelden rustend op uitgewerkte console en decoratief uitgewerkt baldakijn. Eikenhouten tongewelf met houten dwarsribben opgevangen door schalken. In de zijbeuken rusten de ribben op korbelen. Lichtbeuk bestaande uit blinde nissen en vierlichten. Het eenvoudig concept van de ruimte staat in sterk contrast met de zeer rijke versiering met decoratieve en figuratieve polychromie. De figuratieve taferelen in het hoogkoor werden op doek geschilderd en vervolgens op de muren bevestigd. Boven het hoofdaltaar wordt de Aanbidding van het Lam voorgesteld. De taferelen op de zijkant stellen de zeven smarten van Maria voor.

De Jubelgrot, gelegen ten zuidoosten van de kerk, wordt ingehuldigd op 11 februari 1908. Het is een nabootsing van de "Masabiellegrot van Lourdes".

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, mutatieschetsen nr. 207 (1870/schets 14, 1875/schets 12, 1885/schets 13, 1886/schets 12, 1899/schets 95, 1901/schets 56, 1909/schets 17, 1915/schets 21, 1916/schets 11, 1933/schets 34, 1934/schets 21, 1956/schets 17, 1958/schets 25, 1970/schets 36, 1973/schets 27, 186/schets 17).
  • De passionisten in België, Brugge, 1923.
  • DE VOS W., Honderd jaar passionisten te Kortrijk, in De Gidsenkring, jg. 12, nr. 2, 1974.

Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Orgel

Voorgeschiedenis
  • Volgens zijn werklijst heeft L.-B. Hooghuys (Brugge) rond 1872 een orgel geplaatst bij de passionisten; het is niet bekend wat er in 1893 met dit instrument geschiedde bij de aankoop van een tweedehands-orgel, afkomstig uit Gits.
  • Een oud orgel en orgelkast, afkomstig uit Gits, en gedateerd 1667, verhuisde rond 1893 naar de kloosterkerk van de paters passionisten in Kortrijk. Over de auteur van dit instrument is niets bekend, zelfs niet of het oorspronkelijk voor Gits was gebouwd. In 1871-1876 was het instrument gerenoveerd door Fr. Ureel (Poperinge), die deels het oude pijpwerk herbruikte. In 1923 werd dit orgel opnieuw verkocht, aan ir. G. Alexis in Luik die het als huisorgel installeerde.
  • In 1923-1924 lieten de passionisten een nieuw orgel bouwen door Oscar Anneessens (Kortrijk). Dit werd in 1960 vervangen door het huidige orgel.
Huidig orgel

Het huidig orgel is gebouwd door Jos Loncke & Zonen (Esen), in 1960.

Auteurs: Roose, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Passionistenklooster [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60405 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.