"Kasteel van Walle". Een volgens de traditie in 1760 gebouwd jachtpaviljoen in opdracht van de Rijselse patriciër H. Petipas. Op Ferrariskaart (1770-1778) echter aanduiding van omwalling waarbinnen gebouwen en dreef er naar toe (zuidoosten). Volgens Atlas der Buurtwegen (1843) had het geheel een U-vorm waarvan de armen bovenop de omwalling lagen en georiënteerd was naar het zuidoosten, op de linkervleugel aansluitend haaks gebouw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (?) bouw van twee bunkers. In 1920 door J. De Coene gekocht. Hij verbouwt en breidt het landhuis en de bijgebouwen uit, hierdoor komt de oriëntatie naar het noordwesten.

Ten zuidoosten (zijde Bruyningstraat) oorspronkelijke toegang via brug over omwalling die oorspronkelijk onder landhuis doorliep. Ten noordoosten kleine dreef met smeedijzeren vleugelpoort geflankeerd door twee paviljoentjes voor duiven. Binnenplaats met twee Franse tuinen. Vervolgens grote tuin met pergola en klein waterbassin met beeld van meisje. Vijver met twee aanlegsteigers en stenen brug. Beeld van vrouw met hoorn des overvloeds. Op het gazon voor landhuis onder meer Oosterse plataan. Boomgaard aan Wolvendreef. Aan perceelsgrens peristiel met beeld van zittend meisje. Ten westen van landhuis over verlengde beek, brug met 19de-eeuwse schildhoudende leeuwen.

Onderkelderd landhuis met Lodewijk XVI-stijlkenmerken. Bakstenen hoofdgebouw onder mansardedak. Ten zuidoosten bepleisterde hoofdgevel met geblokte hoekkettingen. Middenrisaliet van drie traveeën uitgevend op bordestrap en voorzien van driehoekig fronton met ruitvormig venster. Rechte vensters met borstwering versierd met Lodewijk XVI-stucwerk en persiennes. De openingen kunnen door middel van waterluiken gesloten worden. Ten noordwesten op kelderverdieping en eerste bouwlaag nog oorspronkelijke gekaleide bakstenen gevel zichtbaar, waarboven later uitgebouwde uitspringende bovenverdieping op korfbogen op pijlers met Corinthische kapitelen die aldus een loggia vormen. Links en rechts trap naar verhoogde eerste bouwlaag met smeedijzeren leuning. Zijvleugels eveneens verbouwd door De Coene, onder meer groot atelier ten zuidwesten met groot noordervenster en toevoeging van zomersalon met ronde bow window bekroond met balusterleuning. De buitenmuren van de bunkers vormen de basis voor omlopende terrassen.

Interieur: bureau met supra-porta en boven de spiegels imitatiehoofden van wild. Voorts salons en eetkamer afgewerkt met geschilderde bloemenmotieven op onder meer deuren, supra-portas en wanden.

Ten noorden koetshuis eveneens met aanpassingen uit de twintigste eeuw.

Verder ten noorden, houten paviljoen (Wolvendreef nummer 73) uitgevoerd door De Coene, interieur verfraaid door Saverys.