Eenheidsbebouwing van zes arbeidershuisjes (twee maal drie), respectievelijk van 1857 (nummers 261, 263 en 265) en 1893 (nummers 255, 257 en 259), L-vormig opgesteld rondom binnentuintje.

De huidige percelen waarop de groep arbeidershuizen staat is volgens het primitief kadasterplan reeds bebouwd in 1835. De grond was toen in eigendom van Joseph Creupelland en consoorten uit Heule. De verschillende volumes worden omschreven als huis. De opstelling en volumes doen vermoeden dat het om een hoeve ging. In 1857 worden twee volumes verbouwd tot de huidige huizen nummers 261, 263, 265 en nummers 267, 269 en 271 (zie aldaar) in opdracht van Jacobus Vandenberghe en consoorten, brouwer te Kuurne.
In 1893 wordt volgens het kadaster ook de oostelijke vleugel uitgebreid en verbouwd tot drie arbeidershuizen, in opdracht van de Kuurnse landbouwer Eduard Vandenberghe-Maes.

Dubbelhuisjes van elk drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak bekleed met Vlaamse pannen. Alle woningen werden gerenoveerd behalve nummer 265, waarvan de zijgevel gemarkeerd wordt door een driehoekige steunbeer.
Eenvoudige witgepleisterde verankerde bakstenen lijstgevels. Rechthoekige vensters. Onderdorpels van rood gebakken tegels. Vernieuwd schrijnwerk met grote roedeverdeling. Rechthoekige deuren gevat in verdiepte rechthoekige nis.
Vrij gesloten straatgevel doorbroken door kleine rechthoekige vensters. Behalve nummer 255 die toegang heeft aan de straatzijde.
Nummer 265: blauwgeschilderde gevel op gepikte plint. Behouden schrijnwerk. Vensters met grote roedeverdeling en rechthoekige deur met gedeeld bovenlicht.