Voormalige watermolen op de Demer. U-vormig geheel, met jaarsteen 1862 op de poort van het molenhuis. Bakstenen gebouwen op gecementeerde plinten onder zadeldaken (Vlaamse pannen) gegroepeerd rondom een gedeeltelijk gekasseid erf, open naar de noordelijke zijde, waar de Demer stroomt. Op het erf bevindt zich een treurwilg.
Woonhuis en molenhuis in één vleugel aan de westelijke zijde van het erf, dwarsschuur en stal in de zuidelijke vleugel, en een stal, thans garage, in een kortere vleugel onder schilddak aan de oostelijke zijde. De vensters van het woonhuis zijn rechthoekige onder hardstenen latei op de benedenverdieping, getoogd in een bakstenen omlijsting op de bovenverdieping; hardstenen lekdrempels; luiken op de benedenverdieping. Ingang via een lage, getoogd poort, voorzien van gedeeltelijke hardstenen posten, hardstenen aanzetstenen en dito sluitsteen met opschrift: H/V D B/1862. De stallen en de schuur zijn voorzien van getoogde bakstenen deuren, gelijkaardige venters, een aantal kleine halfronde vensters en een getoogde bakstenen schuurpoort. Dezelfde muuropeningen in de achtergevels. De noordelijke zijgevel van het molenhuis en de oostelijke zijgevel van de schuur-stal zijn voorzien van aandaken.
Het molenrad bevond zich tegen de noordelijke zijgevel van het molenhuis, doch is thans verdwenen.