"Kasteel van Marke" gelegen te midden van park in landschappelijke stijl en bereikbaar via lange zuidelijke erfoprit. Kasteel beschermd als monument en omgeving als landschap. Het domein wordt ten oosten begrensd door de Markebeek. Landhuis opgetrokken tussen 1802 en 1807 als zomerverblijf van lijnwaadhandelaar François van Ruymbeke en zijn echtgenote Marie-Thérèse Delebecq, de weduwe van Jean Bethune. Tot op heden nog steeds bewoond door de familie (de) Bethune. Het buitenverblijf werd ontworpen door de Gentse architect Jean-Baptiste Pisson en uitgevoerd door Benjamin Dewarlez (Rijsel), die eveneens het park met belangrijke parkbomen, waterpartijen, kronkelpaden en opmerkelijke ommuurde ovale moestuin, ontwierp.
Zuidelijk georiënteerd landhuis met souterrain op vierkant grondplan opgetrokken in sobere directoirestijl. Ontwerp beïnvloed door de Italiaanse architect en theoreticus Andrea Palladio. De ontwerper hield tevens rekening met de functie als zomerverblijf en oriënteerde de salons op het noorden en noordoosten en de eetkamer op het noordwesten (ondergaande zon).
Bepleisterde en geelgeschilderde gevel op arduinen plint. Symmetrisch en eenvoudig opgebouwde lijstgevel van drie traveeën en drie bouwlagen + souterrain onder schilddak met belvedère bekroond door driehoekig fronton. Gevelbrede bordessen met monumentale trap geflankeerd door voetstukken met schilddragende leeuwen (wapens van het vermaagschap Bethune-Renty), kopieën van de originele bakstenen leeuwen die Felix (de) Bethune liet plaatsen. Gevel geritmeerd door de boven elkaar geplaatste pilasters, onderaan geblokt, bovenaan met sokkel en Toscaans kapiteel. Verticaliteit getemperd door arduinen muurbanden, waterlijsten en doorlopende dorpels. Rondbogige deurvensters, waarboven rechthoekige vensters onder geprononceerde kroonlijst; bovenste bouwlaag gekenmerkt door drie maal drie gekoppelde rondboogvensters.
Interieur. De inrichting van het kasteel, uitgevoerd in een overgangsstijl van directoire en empire, werd tussen 1808 en 1811 voltooid. Vrij gaaf bewaard interieur met grotendeels behouden kleurstellingen van de wanden en meubilair. Opmerkelijk is dat de binnenindeling cirkelvormig gebouwd werd.
Rechthoekige hal met vloer van zwarte en wit marmer (ruitmotieven). Benadrukte hoeken door gebombeerde Toscaanse zuilen. Rondbogige muuropeningen leiden naar de verschillende vertrekken; zwikken met medaillons. Links van de hal, trappenhuis op cirkelvormige plattegrond. Engelse trap met smalle houten spijlen en empire-trappaal; kariatide met typerend "Egyptisch" hoofdje. Parketvloer. Rechts van de trappenhal, bureeltje met empire-aankleding, zie panelen met onder meer griffioenen en leeuwen. Eenvoudige marmeren schouw. De trappenhal geeft toegang tot de eetkamer, die op haar beurt toegang geeft tot de twee salons. De drie ruimtes kregen eveneens een empire-aankleding. Eetkamer met typische schouwmantel van zwarte marmer met wangen uitgewerkt als kariatide met Egyptische hoofden. Erboven rechthoekige spiegel gevat in rondboog met verguldwerk. Fraai, bepleisterd en beschilderd plafond met kroonlijst verfraaid door acanthusbladeren. Wanden met opvallende medaillons met mensenhoofden die de vier delen van de dag voorstellen. Middelste salon geritmeerd door vlakke pilasters met kapiteel met palmetten. Aflijnende fries met onder meer typische griffioenen. Schouwmantel van 1840. Laatste salon aangepast in 1840, waarbij de typische empire-versieringen werden verwijderd. De ruimte heeft nu een eerder classicistische aankleding, zie sobere kroonlijst en de marmeren schouw.
De bovenverdiepingen huisvesten de slaapkamers en kapel met fraai glas in lood.
Omringend park in landschappelijke stijl met typische vijvers en bruggetjes met ijzeren balustrade. In het zuiden ijskelder. In het noordoosten Lourdesgrot opgericht door Jean-Baptiste (de) Bethune.
Ten noordwesten van het kasteel unieke ommuurde ovale moestuin. De ovale vorm vermijdt beschaduwde hoeken en de beplanting wordt progressief aan het zonlicht blootgesteld. Behouden serre. Achter de moestuin orangerie, gebouwd in 1810 en thans verbouwd tot bibliotheek.
De bijhorende paardenstallen en hovenierswoning werden opgetrokken in 1840 en de koetshuizen in 1880. Baksteenbouw op U-vormige plattegrond. Grote rondboogvensters met kleine roedeverdeling.
Ten zuiden huidige moestuin afgesloten van het park door lange bakstenen muur, geritmeerd door vlakke steunberen. Langs de tuinzijde verschillende serres, onder meer afkomstig van het kasteel Blommeghem.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, cel Monumenten en Landschappen, archiefnr. W/00420.
DE BETHUNE E., Het kasteel van Marke, 1980, s.l.
DE GHELLLINCK J., In een eiland van groen het kasteel van Marke, in De woonstede door de eeuwen heen, (1974) nr. 22.
Bron: DE GUNSCH A. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T. & VAN DEN MOOTER M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IIA: deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem en Heule, Deel IIB: deelgemeenten Kooigem, Marke en Rollegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)