Teksten van Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6098

Burgerhuis in neo-Vlaamse-renaissancestijl ()

Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl, in 1904 gebouwd in opdracht van de makelaar in publieke fondsen Pieter Rosseels (zie initialen PR). Vroeg ontwerp uit de kortstondige associatie (1904-1906) van de architecten en schoonbroers Daniël Rosseels en Joan Coninck Westenberg, vergelijkbaar met Rosseels eerste belangrijke realisatie, "Het Klaverblat" uit 1903 aan de Cogels-Osylei. De precieze familieband tussen Daniël en Pieter Rosseels is niet gekend (mogelijk een oom of neef); de kruisboog in de geveltop verwijst naar de straatnaam.

Daniël Rosseels en Joan Coninck Westenberg waren geassocieerd van 1904 tot 1906. Na het huwelijk van Rosseels met de zus van Coninck Westenberg in 1904, besloten beide beginnende architecten een gezamenlijke praktijk te vestigen in “Het Klaverblad” aan de Cogels-Osylei, de kunstenaarswoning van vader Jaak Rosseels. Toen Coninck Westenberg in 1906 op zijn beurt in het huwelijk trad, associeerde hij zich met de broer van zijn echtgenote, de architect Florent Vaes. Rosseels bouwde vervolgens een zelfstandige carrière uit, maar zou in 1923 op 41-jarige leeftijd overlijden. Het succesvolle architectenbureau Vaes en Coninck Westenberg, hield stand tot 1914, waarna beiden tijdens het interbellum hun eigen weg gingen. Tijdens hun drie jaar durende samenwerking lieten Rosseels en Coninck Westenberg zich opmerken met naar stijl uiteenlopende realisaties als het hotel Pieter Rosseels in neo-Vlaamserenaissance-stijl, de margarinefabriek Albers Creameries Limited en een drietal burgerhuizen in de wijk Zurenborg in art-nouveaustijl uit 1905, en het hotel De Laet in neorococostijl uit 1906. In 1908 werkten beide architecten op initiatief van Rosseels nog een laatste maal samen voor een woningencomplex in art nouveau op de rotonde van de Bosmanslei. De volgende jaren legden Rosseels en de associés Vaes en Coninck Westenberg zich nog uitsluitend toe op beaux-arts- en cottage-architectuur.

Rijwoning met halsgevel van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), gedateerd 1904 (gevelsteen). Bak- en zandsteenbouw op witte natuurstenen begane grond, oorspronkelijk met getraliede, rechthoekige vensters en bovenlicht en een rechthoekige deur met geprofileerd beloop op neuten, het geheel afgelijnd door de brede, gekorniste puilijst. Verder horizontale geleding van de gevel door de doorlopende waterlijstjes en kordons. Kloosterkozijnen met rollagen, bewerkte sleutels en decoratief rankwerk in de boogvelden. Op tweede bouwlaag, middentravee uitgewerkt als brede erker op consoles, versierd met balusters en wortelmotieven. De tweeledige top met voluten en decoratieve bollen is bekroond door een fronton, waaronder een kruisboog; verder een kruiskozijn, geflankeerd door twee rechthoekige vensters. Bewaard glas in lood, waarin verschillende wapenschilden. Verzorgde achtertuitgevel.

Oorspronkelijk neo-Vlaamserenaissance-interieur (kantoor, eetkamer met concertpodium, traphal, patio met fontein) op de begane grond, en neorococosalon op de verdieping. De begane grond is recent verbouwd tot winkelruimte.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1904#141.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2014: Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153564 (geraadpleegd op ).


Neobarokke halsgevel ()

Neobarokke halsgevel van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), gedateerd 1904 (gevelsteen). Bak- en zandsteenbouw op witte natuurstenen begane grond, met getraliede, rechthoekige vensters en bovenlicht en rechthoekige deur met geprofileerd beloop op neuten, het geheel afgelijnd door de brede, gekorniste puilijst. Verder horizontale geleding van de gevel door de doorlopende waterlijstjes en kordons. Kloosterkozijnen met rollagen, bewerkte sleutels en decoratief rankwerk in de boogvelden. Op tweede bouwlaag, middentravee uitgewerkt als brede erker op consoles, versierd met balusters en wortelmotieven. De tweeledige top met voluten en decoratieve bollen is bekroond door een fronton, waaronder een kruisboog; verder een kruiskozijn, geflankeerd door twee rechthoekige vensters. Bewaard glas in lood, waarin verschillende wapenschilden.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6098 (geraadpleegd op ).