Voormalige pastorie, opgetrokken in 1748. De pastorie bestaat oorspronkelijk enkel uit de vleugel die haaks op de straat staat ingeplant. Vermoedelijk is ze aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). De primitieve kadasterkaart (circa 1835) en de Atlas der Buurtwegen (1843) tonen het oorspronkelijk volume, aangevuld met de straatvleugel en een dwarse vleugel. In het midden van de 19de eeuw (volgens literatuur in 1847, volgens de mutatieschets van het kadaster in 1851) wordt er een vierde vleugel opgetrokken, zodat de pastorie een gesloten vorm verkrijgt. Het gebouw was aanvankelijk in het bezit van de gemeente Rollegem, bij de fusie in 1977 wordt het gebouw eigendom van de stad Kortrijk.

Het gebouw is tot 1963 in gebruik als pastorie, vanaf dan dienst doende als gemeentehuis. In de rechtervleugel was tussen 1982 en 1990 de vestingsplaats van de bibliotheek van de gemeente. De linkervleugel wordt thans gebruikt door de gemeentediensten en de politie. De bovenverdieping is niet meer in gebruik.

Alleenstaande pastorie met beboomde tuin. Oorspronkelijk volume van 1748, dwars op de straat ingeplant en met zichtbare bouwnaad aangesloten op de straatgevel. Lijstgevel van roodbruine baksteen van vijf traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak. Gevel verfraaid door fries met overhoekse muizentand en uitgelengd dropmotief. Licht getoogde muuropeningen met gebruik van witte natuursteen, ingewerkt in de rollaag en voor de negblokken, oorspronkelijk voorzien van dievenstaven. De oorspronkelijke deuropening werd gewijzigd in een vensteropening. Zijgevel met vlechtingen, licht getoogde muuropeningen met dievenstaven. Vleugel recent aangevuld met gang.

Straatvleugel uit de 19de eeuw. Lijstgevel van roodbruine baksteen, van vier traveeën en twee bouwlagen, pannen zadeldak. Aan de linkerzijde is er een aanbouw van één travee en één bouwlaag onder een lessenaarsdak van Vlaamse pannen. Voorgevel met rechthoekige muuropeningen met houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling. Op de eerste bouwlaag zijn de muuropeningen voorzien van persiennes. Op de tweede bouwlaag lopen de arduinen onderdorpels door in een bakstenen waterlijst. Rechthoekige deuropening met gedeeld bovenlicht, daarboven heiligennisje met beeld van Maria met kind, omrand met rode baksteen.

Achtergevel (voorheen witbeschilderd) van rode baksteen op een gepikte plint. Rechthoekige muuropeningen, bovenaan rechts één blinde travee.

Linkerzijgevel. Onderkelderde en verankerde gevel van drie traveeën en twee en halve bouwlaag. Op de benedenverdieping licht getoogde muuropeningen met gebruik van witte natuursteen, ingewerkt in de rollaag en voor de negblokken. Vensteropening gewijzigd in deuropening met gedeeld bovenlicht en bordestrap van twee treden. Op de tweede en derde bouwlaag rechthoekige muuropeningen. De muuropeningen op de verschillende bouwlagen waren oorspronkelijk voorzien van dievenstaven De rechterzijvleugel werd afgebroken.

Interieur. Pastorie met traditionele dubbelhuisplattegrond met centrale gang met trap, verwerkt achter een deur. Kelder met gewelf met houten balkjes. Links achteraan, in het oorspronkelijk volume, oude raadzaal met tegen de achtergevel houten lambrisering. Schouw met houten haard, decoratief uitgewerkt met Ionische kapitelen, centrale cartouche en guirlandes met bloemen en fruit, schouwboezem voorzien van lijstwerk. Vloer met decoratief uitgewerkte tegels met bloemmotieven. Bepleisterd en beschilderd plafond met lijstwerk.