Teksten van Woning Van de Vyvere

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/61080

Woning Van de Vyvere ()

Op verzoek van het jonge echtpaar Van de Vyvere-Vanderlooven ontwerpt Braem in 1958 een kleine meergezinswoning met twee appartementen en een afzonderlijke garage op de Antwerpse Linkeroever. Het bouwterrein is een hoekperceel in halfopen bebouwing, in de nieuw aangelegde Vlaamshoofdlaan nabij de Schelde en het Galgenweel. Naar verluidt gaat de voorkeur van de opdrachtgevers aanvankelijk uit naar een volledig gelijkvloerse woning, wat het bouwreglement echter niet toelaat. Daarom ontstaat het idee de gezinswoning te combineren met een huurappartement, waarvan de opbrengst de meerprijs kan helpen aflossen. De bouwaanvraag wordt in november 1958 ingediend, maar wordt pas in juni 1959 goedgekeurd. De bouw gaat in februari 1960 van start en kort voor Kerstmis van hetzelfde jaar neemt het gezin zijn intrek. De woning Van de Vyvere ligt in het verlengde van Braems experimenten met systeembouw en industriële bouwmaterialen in deze periode. Ontwerp en bouw vallen samen met de bekroonde 'Europese Woning' op de Jaarbeurs van Gent, en de modelwoningen in Durox en in schokbeton en eterniet op het terrein van het Nationaal Bouwcentrum in Antwerpen. Naast de zoektocht naar een biomorfe vormentaal die zijn architectuur vanaf de late jaren 1950 kenmerkt, vertegenwoordigen deze projecten een gelijklopend streven om het woningontwerp en het bouwproces te reduceren tot het 'naakte' minimum.

De woning Van de Vyvere vormt een balkvormig volume van 8 bij 10 meter, waarin het constructief skelet met nadruk wordt gearticuleerd. Drie parallelle balkenlagen met overstekende balkkoppen uit gebouchardeerd beton vormen de hoofdstructuur, die op een beperkt aantal steunpunten boven het grondvlak lijkt uit te zweven. De gevelwanden worden alternerend ingevuld met blokramen en blinde muurvelden, volgens een strak verticaal ritme. Als bekleding maakt Braem hier voor het eerst gebruik van geprefabriceerde gevelplaten in wit kwartsbeton, geleverd door de firma Siegwart uit Baasrode. In combinatie met de betonstructuur en de getande kroonlijst, draagt deze vorm van systeembouw bij tot het brutalistische en modulaire karakter van de woning. De dominantie van de horizontale structuur wordt in de middenas van de voorgevel virtuoos doorbroken door een oplopende glaswand die het trappenhuis zichtbaar maakt. Als aanvullend accent springt het ingangsportaal daarbij uit het gevelvlak naar voren. De raamindeling, waarvan de verhouding tussen vaste delen en smalle raamvleugels wordt ondersteund door een contrasterend kleurgebruik in wit en blauw, draagt verder bij tot het evenwicht van deze compositie, die zich onderscheidt door een beheerst minimalisme. Parallel met de woning en gescheiden door het terras, biedt een kleiner bakstenen volume met dezelfde opbouw ruimte aan de garage.

Het programma omvat twee identieke appartementen, waarbij de kleine, gemeenschappelijke hal met een beukenhouten trap het midden van de lengteas inneemt. Beide appartementen beschikken over een zuidelijk georiënteerde, L-vormige woonkamer met aansluitend een open keuken in de oostelijke helft, een grote en een kleine slaapkamer en een badcel annex toilet in de westelijke helft. In het eerste schetsontwerp voor dit project vertrekt Braem van de omgekeerde situatie met de woonkamer ten westen en de slaapkamers ten oosten. De plattegrond krijgt daarbij een grotere oppervlakte toegemeten, terwijl de ingang en de trap zich op de dwarse as bevinden. De beperkte ruimte van de appartementen wordt gecompenseerd door een uitermate compacte indeling zonder ruimteverlies en een vrije planopbouw die zich met picture windows breed opent naar de zon en de omringende tuin. Braem bepaalt ook het volledige kleurschema van het interieur, dat zoals in zijn eigen woning met contrasterende kleurvlakken de ruimte volume, dynamiek en perspectief geeft. In de hal en de woonkamer combineert hij wit met lichtblauw en oranjerood, in de slaapkamers met groen of geel. Het oorspronkelijke kleurschema werd in 2009 in opdracht van het VIOE onderzocht door Els Jacobs en Philippe Schurmans.

  • Archives d'Architecture Moderne, Archief Renaat Braem, Dossiernummer 122.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 18#39085.

Bron: Braeken J. (ed.) 2010: Renaat Braem 1910-2001. Architect, Relicta Monografieën 6. Archeologie, Monumenten en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel.
Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2010: Woning Van de Vyvere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134379 (geraadpleegd op ).


Hoekhuis met Meeuwstraat ()

Hoekhuis met de Meeuwstraat, uit 1960 naar ontwerp van R. Braem. Sobere betonbouw met grote glaspartijen.

  • STRAUVEN F., Renaat Braem. De dialectische avonturen van een Vlaams functionalist, Brussel, 1983, 225.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Woning Van de Vyvere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7234 (geraadpleegd op ).


Hoekhuis Meeuwstraat 1960 ()

Woning Van de Vyvere Vlaamshoofdlaan 20, Antwerpen (Linkeroever) 1958 (ontwerp), 1959-1960 (bouw)

De woning Van de Vyvere ligt in het verlengde van de experimenten met snelbouwsystemen en geprefabriceerde bouwelementen die Renaat Braem in de jaren 1958-60 ondernam, in het kader van de activiteiten van het Bouwcentrum: de bekroonde Europese Woning in eternit-elementen op de Jaarbeurs van Gent in 1958, de Durox-woning en het Prototype in schokbeton in 1960. In een periode waarin Braem's ontwikkeling geleidelijk wordt gekenmerkt door een uitgesproken streven naar een complexe biomorfe vormentaal, vertegenwoordigt deze woning een gelijklopend streven naar een verregaande reductie van het woningontwerp en het bouwproces tot het 'naakte' minimum.

De woning Van de Vyvere, een rijwoning in halfopen bebouwing, is gelegen op een hoekperceel nabij de Schelde, aan twee zijden omringd door een niet omheinde, beboomde voortuin, met een bescheiden privé-tuin aan de oostzijde. De constructie van dit balkvormig volume van 8 bij 10 meter, bestaat uit een geaccentueerd betonskelet - twee parallelle horizontale balkenlagen met uitkragende balkkoppen - rustend op een beperkt aantal steunpunten die het gebouw vrij boven het grondvlak tillen. De wandinvulling bestaat uit een afwisseling van ruime beglaasde raampartijen en blinde muurvlakken samengesteld uit smalle, geprefabriceerde lichtbeton-elementen (tweemaal de balkdikte), met een nadrukkelijk verticaal ritme. Ter hoogte van de centrale inkomtravee, met een licht vooruitspringend deurportaal, wordt deze structuur virtuoos doorbroken door een over beide bouwlagen doorlopende glaspartij, die het trappenhuis zichtbaar maakt. Het ritme van de lichtbeton elementen wordt boven de zuidgevel opnieuw ontdubbeld in de uitkragende daklijst. Bij het gebouw hoort een vrijstaande garage, aanleunend bij de garage van het belendende pand, analoog hiermee met een bakstenen gevelparement maar eenzelfde betonnen daklijst als het hoofdvolume.

De woning omvat twee identieke appartementen met een gemeenschappelijke, centrale inkomhal met trappenhuis. Beide appartementen beschikken over een zuidelijk georiënteerde L-vormige woonkamer met aansluitend een open keuken. Deze is via dubbele beglaasde deuren gescheiden van een kleine hal met inbouwkast, die toegang geeft tot een grote en een kleine slaapkamer, en een badcel annex toilet. De beperkte ruimte van deze appartementen wordt gecompenseerd door vrije planopbouw, de 'picture-windows' en het kleurenschema van de wanden.

De woning Van de Vyvere is uitermate gaaf bewaard. Een bepalend onderdeel van de woning Van de Vyvere is de kleurstelling van het interieur, die volledig door Renaat Braem werd uitgewerkt, en althans voor het gelijkvloers appartement, door de bouwheer tot op de dag van vandaag wordt gerespecteerd. Woonkamer, keuken en hal worden gestructureerd door een combinatie van wandvlakken in lichtblauw, oranje en wit, waarbij een muurpenant tussen de ramen in de zuidwand donkergrijs werd gekleurd. De keuken die met een halfopen kastenwand van de woonkamer gescheiden is uitgevoerd in wit formica met wengé-handgrepen. Enkel de oorspronkelijke bevloering in gevlamd antracietkleurig linoleum werd vervangen. Dezelfde kleurcombinatie werd toegepast in de inkomhal en het trappenhuis. De ouderslaapkamer is wit geschilderd met uitzondering van één groene wand. De kinderslaapkamer is lichtgeel geschilderd, evenals de badcel die nog over de oorspronkelijke betegeling en het sanitair beschikt. De vlak behandelde en witgeschilderde binnendeuren met oorspronkelijke handgrepen, die vrijwel tot aan de zoldering reiken, scanderen de hal. In het bovenappartement is de oorspronkelijke kleurstelling niet meer aanwezig. Opmerkelijk in de gemeenschappelijke inkomhal met trappenhuis is de volledig houten trapconstructie en de vormgeving van de brievenbus. Het buitenschrijnwerk is volledig witgeschilderd met uitzondering van de opendraaiende raamdelen, de stijlen van de voordeur en de glasal-panelen onder de keukenramen die in een contrasterende donkerblauwe tint werden gesteld.

  • Stadsarchief Antwerpen, 18/39085.
  • Musée des Archives d'Architecture Moderne, Brussel, 122.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Woning Van de Vyvere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/61080 (geraadpleegd op ).