Neoclassicistisch burgerhuis met oudere kern, tot zijn huidige vorm verbouwd in opdracht van de rentenier Charles-Joseph Lereverand, naar een ontwerp door de architect Louis Auguste Serrure uit 1834. Daarbij werd een bestaand pand uitgebreid met een bijkomende verdieping en het poortrisaliet.

De verbouwing van het hotel Lereverand behoort tot de zeldzame gekend voorbeelden van de woningarchitectuur door Louis-Auguste Serrure, die in 1845 overleed. Hij was van 1825 tot 1829 als conducteur verbonden aan de Stad Antwerpen, in dienst van stadsbouwmeester Pierre-Bruno Bourla. In 1834 werd hij samen met Ferdinand Berckmans als architect aangeworven door de provincie Antwerpen, maar nam al na korte tijd ontslag uit deze functie. In 1835 ontwierp Serrure de neoclassicistische hoofdingang van het Sint-Elisabethgasthuis in de Lange Gasthuisstraat, en de huizen Le Paige aan de Komedieplaats. In 1838 volgde de verdwenen Passage Dehaen tussen Oudaan en Everdijstraat.

Rijwoning van vier traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak, met een bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Rechter poortrisaliet met op de begane grond een rechthoekige koetspoort in vlakke hardstenen omlijsting met een geprofileerde waterlijst. Op de verdiepingen rechthoekige vensters, in het risaliet met platte bandomlijstingen en consoles onder de dorpels. Eenvoudige geprofileerde kroonlijst. De vensters van de begane grond verbouwd tot winkelpui. Bewaarde houten poort met casementen, getraliede bovenlichten, een gecanneleerde makelaar en ijzeren handgrepen; gietijzeren schamppalen.