Onderwijzerswoning in eclectische stijl, die oorspronkelijk deel uitmaakte van de lagere Jongensschool 3, opgetrokken door de Stad Antwerpen, naar een ontwerp door stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1873. De bouw van het complex, begroot op twaalf maanden, werd bij openbare aanbesteding in augustus 1873 toegewezen aan de aannemer Jean van Lieshout uit de Provinciestraat, die de werken in 1873-1874 uitvoerde. Al in oktober 1874 tekende Dens de plannen voor het doortrekken van de klassenvleugel tot de Prekersstraat, en de bouw van een zijportaal en een kantoorpaviljoen voor de hoofdonderwijzer aan weerszij. Ook voor deze uitbreiding stond Van Lieshout in. In 1879 volgde nog de bouw van een turnzaal, ingeplant op het aanpalende perceel, tussen de hangars van de Openbare Reinigingsdienst.
De klassenvleugel van de school, ingeplant op het hoekperceel van Pachtstraat en Prekerssstraat, werd later verbouwd tot wooncomplex. Het gebouw uit baksteenmetselwerk, witte natuur- en blauwe hardsteen, vijftien traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak, omvatte in totaal twaalf klaslokalen ontsloten door drie traphallen. De speelplaats met omlopende ijzer- en glasluifel, werd aan de Pachtstraat afgesloten door een blinde muur met postamenten en hoekpaviljoenen, in de middenas onderbroken door het poortgebouw met tuitgevel, rondboogpoort en stadswapen. Deze laatste is gesloopt, evenals het kantoorpaviljoen aan de Prekersstraat.
Pieter Dens vervulde de functie van stadsbouwmeester vanaf 1 juli 1863 tot eind 1884. Tijdens zijn ambtsperiode verrezen in Antwerpen van zijn hand onder meer de verdwenen Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug, het oude Slachthuis aan de Lange Lobroekstraat, negen politiecommissariaten en een twaalftal scholen, met als belangrijkste het Koninklijke Atheneum aan de Franklin Rooseveltplaats en de Middelbare Meisjesschool in de Lange Leemstraat. Waar een sobere, robuuste baksteenarchitectuur, het exclusieve gebruik van rondbogen, en het verzaken aan overtollige ornamenten zijn vroege ontwerpen kenmerkten, evolueerde zijn stijl vanaf midden jaren 1870 naar een meer decoratief, door de neorenaissance beïnvloed eclecticisme.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning met dubbelhuisopstand twee bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen (Brauvilliers en Gobertange) voor de hoekpilasters, waterlijsten, speklagen, dekstenen, deur- en vensteromlijstingen (vandaag beschilderd), en blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels. Axiaal van opzet, geleed door kodonvormende lekdrempels en hoekpilasters, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Regelmatige registers van rondboogopeningen op de begane grond en steekboogvensters met oren op de bovenverdieping, in vlakke omlijsting met geprofileerde dagkanten. De middenas wordt geaccentueerd door het portaal met sluitsteen, en een dakvenster met schouder- en topstukken, een driehoekig pseudofronton, en een omlijst rondbooglicht. Een gebroken, klassiek hoofdgestel met architraaf en houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging.
Volgens de bouwplannen wordt de plattegrond gelijkvloers opgedeeld door de centrale vestibule, waarop in het midden van de linkerflank de traphal aansluit. Vier vertrekken zowel op de begane grond als de eerste verdieping, met de keuken annex wc in een lage achterbouw.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Onderwijzerswoning van Jongensschool 3 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281082 (geraadpleegd op ).
Voormalige directeurswoning van de "Mestpacht" of Dienst voor Openbare Reiniging. Dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak waarin een dakvenster. Lijstgevel van baksteenmetselwerk met gebruik van natuursteen voor constructieve elementen; hoekpilasters met kapiteel ter hoogte van pui- en kroonlijst. Horizontaliserende muurbanden en sterk belijnende puilijst die een geheel vormt met de kordon vormende lekdrempels van de tweede bouwlaag. Klassieke bekroning, onderbroken voor rondbogig dakvenster met sleutel en puntige waterlijst. Rondboogvormige benedenvensters en dito deur, met houten tussendorpel; getoogde bovenvensters, alle in omlijsting van witgeschilderde platte banden.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Onderwijzerswoning van Jongensschool 3 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6118 (geraadpleegd op ).