Samenstel van twee traditionele huizen genaamd "Sint-Marcus" en "Sint-Jan", die opklimmen tot 1529 en tot één geheel werden verbouwd in 1767. Pastorie van de Sint-Andriesparochie van 1764 tot 1851.
Het gebouw bestaat uit twee diephuizen en een verbindingsvleugel, twee bouwlagen hoog onder een complex zadeldak met kruisende nok, parallel ingeplant aan de straat. Aan de westzijde: geknikt gevelfront van zeven traveeën aan de uiteinden gemarkeerd door trapgevels van respectievelijk tien en acht treden met overhoekse topstukken. Parement in bak- en zandsteenbouw met speklagen, hoekkettingen, steigergaten en een kwartholle daklijst, verankerd door smeedijzeren muurankers. Registers van rechthoekige vensters, aangepaste kruiskozijnen met kwartholle negblokken, druiplijsten en ontlastingsbogen. De tweeledige, door waterlijsten belijnde geveltoppen worden geopend door een drielicht met lager middenluik en kwartholle negblokken, een rechthoekig luik en een balkgat hogerop. Aan de zuidzijde: verankerde, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van drie traveeën, vermoedelijk eveneens in traditionele bak- en zandsteenbouw, op een plint uit blauwe hardsteen. In de middenas spiegelboogdeur met bovenlicht gevat in hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl uit 1767. Geprofileerd kwarthol beloop met neuten, middenkalf en sluitsteen in rocaillestijl.
- S.N. 1973: Antwerpen, die Scone, nummer 4.