Slagerij in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Jaak Merckx-Praet, naar een ontwerp door de aannemer Victor Merckx-Verellen uit 1914. Bouwheer en aannemer waren vermoedelijk naaste verwanten.
Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit witte Silezische brikken in kruisverband, geaccentueerd door blauw geglazuurde baksteen voor de ontlastingsbogen. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor speklagen, hoekblokken, waterlijsten, postamenten, lekdrempels, borstweringen en het balkon. Van de houten winkelpui, oorspronkelijk met middenportaal, zijn enkel de hoekpilasters met consoles en het entablement bewaard, bekroond door een afgeronde, gevelbrede, ijzeren balkonborstwering met fries en lauwerkransen. De bovenbouw beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde vensters en een drielicht in de topgeleding. Franse balkons met een zelfde ijzeren borstwering, op de tweede verdieping gemarkeerd door postamenten en stafwerkconsoles, in de middenas van de derde verdieping gebogen en met een cartouche en cornucopia op de console. Een gebeeldhouwde stierenkop tussen rozenguirlandes accentueert de eerste verdieping als uithangbord voor de slagerij; kleurrijke tegelpanelen sieren de derde verdieping, met varkens- en kalverkoppen op de borstwering, en een weidelandschap, lauwerkransen en bloemenguirlandes in het hoofdgestel. Een houten kroonlijst op consooltjes vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapellen met gebogen pseudo-fronton.
Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de slagerswinkel, een salon en eetkamer, met de keuken in de kelder. Prié-salons en slaapkamers op de bovenverdiepingen.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1914#5628.