is aangeduid als beschermd monument Stadswoning
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Traditioneel koopmanshuis
Deze vaststelling is geldig sinds
Traditionele koopmanswoning, sinds het midden van de 17de eeuw "Sevillien" genaamd, die in de huidige vorm uit de tweede helft van de 16de of het eerste kwart van de 17de eeuw dateert, met een kern die mogelijk opklimt tot de 15de of de eerste helft van de 16de eeuw. Het betrof in oorsprong een breedhuis, waarvan de muurvlechtingen in de scheimuren werden teruggevonden. Een geometrische lambris-muurschildering, in 1982 vrijgelegd op de westelijke scheimuur, is eveneens een restant van deze oudere kern. De heropbouw tot de huidige koopmanswoning, die oorspronkelijke uit een diep voorhuis, een binnenplaats met galerij en een achterhuis met tuin bestond, wordt gesitueerd tussen 1564 en 1608. In deze periode was het pand eigendom van Willem Baseliers, die meerdere huizen in de directe omgeving bezat. Het diephuis met trapgevel en de galerij op de binnenplaats zouden samen tot stand zijn gekomen, waarbij op basis van het archivalisch en bouwhistorisch onderzoek 1564-1565 als bouwjaar naar voor wordt geschoven. Vermoedelijk werden de kelders en overige delen van de oudere kern in de bouw geïntegreerd.
Steenhouwersmerken van Nicolas Lisse op onderdelen uit blauwe hardsteen wijzen op aanpassingen in de late 18de eeuw. Uit twee verdwenen bouwdossiers kan dan weer worden afgeleid dat ook in 1830 een belangrijke verbouwing werd uitgevoerd door de metselaar Jacobus Scheepers. Opdrachtgever van deze laatste werken was Joseph-Jean Van den Berghe de Brezon, gehuwd met Anne-Marie-Josèphe Coget, wiens familie “Sevillien” sinds 1736 in bezit had. Bij deze ingrepen werden de trapgevel, de opstanden rond binnenplaats evenals het interieur aan de mode van de tijd aangepast. Daarbij verdwenen in de voorgevel de monelen van de kruiskozijnen, en het reliëf van de gevelsteen boven de pui, en kregen de galerijvleugel en het trappenhuis een extra verdieping. In 1854 werden het achterhuis en de tuin afgesplitst, samen met het links aanpalende pand dat eerder deel was gaan uitmaken van het eigendom, Het behouden trappenhuis kreeg vervolgens een ondiepe achterbouw als uitbreiding. In 1878 liet de weduwe Heyens-Van den Zanden de puikozijnen van de voorgevel verbouwen tot een winkelraam door de architect Edmond Leclef. In opdracht van A. Opstaele die het pand in 1890 had gekocht van de familie Van den Berhe de Brezon, verving de schrijnwerker-aannemer E. & F. Bollekens Frères het winkelraam in 1892 door een klassieke houten winkelpui met middenportaal.
“Sevillien” kwam in 1975 bij openbare verkoop in het bezit van Peter Van der Wee en Evelyne Quissens, die nog datzelfde jaar de restauratie aanvatten. Architect Paul J. Leysen tekende in 1977 de restauratieplannen voor de bouwvergunning. De gevelrestauratie betrof het decaperen en herstellen van het zandstenen parement, en het vervangen van de winkelpui door een eigentijdse invulling met garagepoort. Op de binnenplaats werd een later aanbouw verwijderd, de gevels in bak- en zandsteenbouw opnieuw bepleisterd en beschilderd, en de arcade opengemaakt. Het in 1854 afgesplitste achterhuis verdween in 1977 naar aanleiding van de heropbouw van het aanpalende Sint-Jacobsmarkt 56. Vroeg-19de-eeuwse interieurelementen konden worden gerecupereerd en herplaatst in het gerestaureerde “Sevillien”.
Het pand bestaat uit een voorhuis en een binnenplaats, waar een galerij met twee bogen de verbinding vormt met een ondiepe achterbouw. De galerij mondt uit op het trappenhuis dat oorspronkelijk tegen het afgesplitste en gesloopte achterhuis aanleunde.
Diephuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien), dat later achteraan werd afgeschuind. Trapgevel van elf treden met overhoeks topstuk, en een parement van witte natuursteen verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Rechthoekige inkomdeur met kwartholle negblokken en een vernieuwde hardstenen latei in de linker travee; verder kreeg de pui een eigentijdse invulling. Eveneens aangepaste, rechthoekige bovenvensters, vroegere kruiskozijnen met een vernieuwde hardstenen latei en lekdrempel, evenals de topvensters onder een wigvormig ontlastingssysteem. Drieledige, door waterlijsten gelede geveltop met in het eerste register drie rechthoekige vensters onder druiplijsten. Het tweede register wordt geopend door een Antwerps drielicht met druiplijsten, waarvan het lagere middenluik zich onderscheidt door een latei op kraagstenen. Een rechthoekig luikje met druiplijst doorbreekt de topgeleding.
Achter de inkomdeur, lange gang die oorspronkelijk via de galerij op de binnenplaats, het trappenhuis en het achterhuis doorliep tot de tuin. De achtergevel van het voorhuis (noordzijde binnenplaats), is een bepleisterde en beschilderde lijstgevel van drie traveeën en twee bouwlagen met aangepaste rechthoekige muuropeningen. Behouden rechthoekig keldergat in een geprofileerde zandstenen omlijsting in de tweede travee.
Aan oostzijde van de binnenplaats: bepleisterde en beschilderde verbindingsvleugel van twee traveeën en drie bouwlagen onder een lessenaarsdak (pannen). Het betreft de galerij met bovenverdieping uit de tweede helft van de 16de of het eerste kwart van de 17de eeuw, die in 1830 met een derde bouwlaag werd verhoogd. Arcade uit blauwe hardsteen voorzien van niet geïdentificeerde steenhouwersmerken, die uit twee rondbogen met geprofileerde archivolt en diamantkopsleutel bestaat. Deze steunen op een Toscaanse zuil met lichte entasis en twee halfronde consoles. Een geprofileerde waterlijst lijnt het geheel af. Bovenverdiepingen met respectievelijk rechthoekige en ovale vensters met kwartholbeloop.
Bepleisterde en beschilderde achterbouw (zuidzijde van de binnenplaats) waarvan het linkerdeel in kern uit het in 1830 verhoogde trappenhuis bestaat, met drie boven elkaar geplaatste ovale vensters, een daklijst en een tentdak (pannen). Na 1854 aangebouwde rechterhelft onder een zadeldak (pannen).
Van het traditionele diephuis zijn de balkenlagen en dakconstructie van het type gordingenkap behouden. Verder interieurelementen uit de vroege 19de eeuw, waaronder een eiken trap met gebeeldhouwde Lodewijk XVI-voluut, en gerecupereerde onderdelen (schouw, lambrisering, deuren) uit het gesloopte achterhuis. Gereconstrueerde gotische schoorsteen samengesteld uit onderdelen aangetroffen bij archeologisch onderzoek onder de galerij.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Jacobsmarkt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sevillien [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6150 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.