Burgerhuis in Louis-Philippestijl te dateren in de late jaren 1850. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, bouwheer, ontwerper noch aannemer zijn gekend.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen en een mezzanine onder een zadeldak. Van de bepleisterde en beschilderde lijstgevel, oorspronkelijk met enkelhuisopstand, is de pui volledig verbouwd. De bovenbouw beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters met afgeronde bovenhoeken, geprofileerde dagkanten en lekdrempels; doorgetrokken borstweringen met casementen op de eerste verdieping, bewerkte stucsleutels en gietijzeren parapetten op de eerste en tweede verdieping. Het balkon met voluutconsoles en gietijzeren borstwering in de rechter travee, markeerde oorspronkelijk het inkomportaal. Recente kroonlijst en dakvenster.