Gekoppelde burgerhuizen in empirestijl uit het eerste decennium van de 19de eeuw. Enkel van het linker pand (nummer 13) werd het bouwdossier teruggevonden, opgetrokken in opdracht van de weduwe Leysen, naar een ontwerp uit 1809. Ontwerper noch aannemer zijn gekend. Het rechter pand (nummer 15) kwam vermoedelijk gelijktijdig tot stand, voor dezelfde of een andere bouwheer.

Rijwoningen van elk drie traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak. Bepleisterde en beschlderde of gedecapeerde lijstgevel. Eenvoudige ordonnantie met op de tweede bouwlaag rondboogvensters, voorzien van imposten en geriemde omlijstingen. Op de derde bouwlaag rechthoekige vensters op doorlopende lekdrempels. Gevelbeëindiging door middel van een brede kroonlijst op klossen.

Gekoppelde burgerhuizen in empirestijl, het linker pand (nummer 13) in 1810 opgetrokken in opdracht van de weduwe Leysen, naar een ontwerp uit 1809. Het rechter pand (nummer 15) kwam vermoedelijk gelijktijdig tot stand. Ontwerper noch aannemer zijn gekend.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën omvatten de rijwoningen vier bouwlagen onder een zadeldak. De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevels rustten op een pui met schijnvoegen die uitstraalden boven de rechthoekige muuropeningen; van het rechter pand is het baksteenmetselwerk vandaag gedecapeerd, beide panden hebben een verbouwde pui. Geleed door de puilijst beantwoorden de opstanden aan een regelmatig, naar boven toe verkleinend ordonnantieschema. De eerste verdieping onderscheidt zich door rondbogige deurvensters vanaf de puilijst, geaccentueerd door vlakke archivolten op geprofileerde imposten. Registers van rechthoekige vensters met achtereenvolgens cordonvormende en individuele lekdrempels. Het klassieke hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen is bewaard in het rechter, en vernieuwd in het linker pand. Op de bouwplannen van dit laatste flankeren koetspoorten met schamppalen het middenportaal.

Brede empire-lijstgevel van zes traveeën en vier bouwlagen onder plat dak; waarvoor bouwtoelating van 1809. Eenvoudige ordonnantie met op de tweede bouwlaag rondboogvensters, voorzien van imposten en geriemde omlijstingen. Op de derde bouwlaag rechthoekige vensters op doorlopende lekdrempels. Gevelbeëindiging door middel van een brede kroonlijst op klossen.