Kantoorgebouw in beaux-artsstijl op de hoek van Sint-Maartenstraat en Orgelstraat, naar een ontwerp door Emile Vereecken uit 1907, opgetrokken in 1908. Opdrachtgever was Hermann Wiener, van de firma Wiener & C°, die in 1912 aan de tegenoverliggende zijde van de Graanmarkt nog een tweede kantoorgebouw door de architect liet optrekken.
Emile Vereecken was als architect actief in Antwerpen van omstreeks 1890 tot midden jaren 1920. Hij startte zijn loopbaan op het architectenbureau van zijn vader Jean Baptiste Vereecken, en zette na zowat vijftien jaar samenwerking de succesvolle praktijk vanaf 1906 in eigen naam verder. Tijdens het decennium voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog evolueerde Vereecken’s architectuur van een overladen eclecticisme, naar de Frans georiënteerde beaux-artsstijl die ook het kantoorgebouw Wiener & C° kenmerkt. Aan de overzijde van de Sint-Maartenstraat, op de hoek van Graanmarkt en Arenbergstraat, bouwde hij in de volgende jaren zijn belangrijkste creatie uit deze periode, het monumentale kantoorgebouw Bunge & C°, gevolgd door de aanpalende Banque de l’Union Anversoise die Vereecken samen met de architect Max Winders ontwierp. In de weinige projecten uit het vroege interbellum die van de architect gekend zijn, bevestigt hij zijn geloofsbelijdenis aan de klassieke, traditionele bouwkunst.
Met een gevelbreedte van één bij vijf traveeën, omvat het hoekgebouw vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen met een aan de Franse Lodewijkstijlen ontleend decor, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door waterlijsten beantwoordt de opstand aan de klassieke driedeling, opgebouwd uit een gedrukte pui, een bel-etage, en twee bovenverdiepingen in kolossale orde. Zowel pui als bel-etage zijn horizontaal belijnd door schijnvoegen, daar waar de bovenste twee verdiepingen worden geritmeerd door oplopende vensternissen. De twee linker traveeën met het inkomportaal zijn als risaliet uitgewerkt, en de kopgevel wordt gemarkeerd door pilasters, beide met cartouches als bekroning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met registers van rechthoekige en in de topgeleding getoogde deur- en vensteropeningen. De bel-etage wordt in het risaliet en de kopgevel gemarkeerd door twee rechthoekige erkers met een volledig ijzeren structuur en consoles, in de bouwplannen bekroond door ijzeren balkonborstweringen; in de overige traveeën sluitstenen, waterlijsten op voluutconsoles en panelen op de borstwering. De tweede verdieping onderscheidt zich door dezelfde waterlijsten in het risaliet en een tweelicht met een entablement op Ionische pilasters en een halfzuil in de kopgevel. Op de derde verdieping accentueren guirlandes de borstwering, sluitstenen het risaliet en een vensteromlijsting met sluitsteen, vleugelstukken en een gebogen waterlijst de kopgevel. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Smeedijzeren traliewerk op de begane grond.
Het gebouw wordt in de linker travee ontsloten door een tegen het hoofdvolume aanleunend trappenhuis.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Kantoorgebouw in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281191 (geraadpleegd op ).
Hoekhuis van vijf + één traveeën en vier bouwlagen onder plat dak. Witnatuurstenen gevel op hardstenen plint in een eclectische neoclassicistische stijl, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Horizontale gevelgeleding door middel van brede imitatievoegen op de eerste twee bouwlagen en door brede doorlopende, gekorniste kordons. Lage benedenverdieping met eenvoudige rechthoekige vensters hierboven twee brede erkers op gietijzeren consoles en drie rechthoekige vensters met gestrekte waterlijsten op consoles. De derde en vierde bouwlaag aan de Sint-Maartensstraat verticaal geritmeerd door middel van doorlopende penanten; boven de erkers telkens twee gekoppelde, rechthoekige vensters met Ionische halfzuilen, pilasters en gestrekte waterlijst. Op de lagere hoogste verdieping, zes licht getoogde vensters, met guirlandes op de borstweringen, aan de zijde van de Orgelstraat geflankeerd door twee plastisch uitgewerkte cartouches. Brede, houten kroonlijst op klossen en tandlijst, waaronder een boven de vensters gebogen en geleed kordon.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Kantoorgebouw in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6176 (geraadpleegd op ).