Traditioneel diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat), te dateren in de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. Joseph Servais liet in 1858 de muuropeningen van de eerste twee bouwlagen aanpassen tot een rechthoekige deur en vensters met lekdrempels. Daarbij verdwenen de rondboogdeur met bovenlicht en de hoge kruiskozijnen van de pui met insteekverdieping.

Gerestaureerde trapgevel van acht treden met overhoeks topstuk in bak- en zandsteenbouw, met een geprofileerde sokkel, speklagen en kwartholle negblokken, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Aangepaste rechthoekige deur en vensteropeningen op de begane grond; behouden bolkozijn en rechthoekig kelderluik in de sokkel. Gereconstrueerde kruiskozijnen met druiplijst op de bovenverdieping. In de tweeledige geveltop een drielicht met lager middenluik en druiplijsten in het eerste register, hogerop een rechthoekig luik met latei op kraagstenen en druiplijst, en een balkgat.

Rijhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (17de eeuw?). Deels gecementeerde trapgevel (zes treden + punt) op een natuurstenen sokkel met kelderluik; muurankers, onder meer met gekrulde spie. Gelijkvloers met bak- en zandstenen parement. Verbouwde rechthoekige vensters, in de top drielichtsvenster en rechthoekig luik met latei op consooltjes.