Traditioneel diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen), dat minstens opklimt tot de 17de eeuw. De puntgevel met drielicht en luik in de top, in oorsprong vermoedelijk een trapgevel, werd in 1844 in opdracht van de heer Van Loy, door de aannemer J.B. Van Bijlen aangepast tot lijstgevel. De ingreep betrof het vervangen van de geveltop door een halve tweede verdieping met hoofdgestel.

Gedecapeerde lijstgevel, de eerste twee bouwlagen in bak- en zandsteenbouw met bewaarde speklagen, vensterposten en negblokken, verankerd door muurankers met gekrulde spie; fragment van de archivolt van de vroegere rondboogdeur in de linker travee. Verder rechthoekige deur- en vensteropeningen, aangepaste kruiskozijnen met vernieuwde dorpels; verlaagde lateien op de begane grond. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Achtergevel: bewaarde geveltop van de bepleisterde en verankerde puntgevel.