In oorsprong neoclassicistisch burgerhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw, dat in opdracht van de tabaksmakelaar Marius Voorwinden werd verbouwd in art-decostijl, naar een ontwerp door de architect François Toen uit 1929. De werken betroffen de verbouwing van de gevel, het interieur en de toevoeging van een nieuwe achterbouw. Marius Hillegondus Voorwinden (Rotterdam, 1876-?, 1948) had zich in 1896 vanuit zijn geboortestad te Antwerpen gevestigd, waar hij in 1906 in het huwelijk trad met Margareta Aletta Joanna Van Roosendael (Antwerpen, 1884-Antwerpen, 1942). Het pand is gesloopt voor een nieuwbouwcomplex op de hoek met de Langegang.

De verbouwing Voorwinden behoort tot het late oeuvre van François Toen, wiens loopbaan omstreeks 1895 van start ging. Hij was niet alleen actief als architect, maar bovenal als bouwpromotor. In de periode vóór de Eerste Wereldoorlog, ontwierp hij meerdere burger- en herenhuizen voor de Antwerpse burgerij, onder meer in de wijk Zurenborg. Hierbij paste Toen uiteenlopende neostijlen toe, met een statige allure en een hoog decoratief gehalte als constante. Het gevelontwerp van het hotel Voorwinden is representatief voor de gematigde art-decostijl die productie uit het interbellum kenmerkt.

Rijhuis van drie traveeën, drie bouwlagen en een mezzanine onder een zadeldak. Gecementeerde lijstgevel in imitatie-natuursteen, op de behouden pui met schijnvoegen en hardstenen plint van het oorspronkelijke pand. De markante, driezijdige erker van de eerste verdieping steunt op de behouden balkonconsoles van het oorspronkelijke pand, en wordt gemarkeerd door gestileerde bloemenslingers en een ijzeren balkonbekroning. Lagere derde bouwlaag en mezzanine met rechthoekige vensters in verticaal oplopende, geriemde omlijstingen, met gestileerde motieven op de borstweringen. Eenvoudige gevelbeëindiging door middel van houten kroonlijst op tandlijst.

Volgens de verbouwingsplannen uit 1929 omvat de begane grond kantoren en een ‘staalzaal met bovenlicht. Ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal biedt de eerste verdieping ruimte aan salon en eetkamer, met de keuken en achterkamer op entresolniveau in de achterbouw. De tweede verdieping bestaat uit twee slaapkamers en een badkamer, met eveneens een keuken en achterkamer op entresolniveau in de achterbouw; twee mansardekamers en een zolder op de derde verdieping.

Rijhuis van drie traveeën en drie bouwlagen (+ mezzanino) onder zadeldak. Gecementeerde lijstgevel op hardstenen, met schijnvoegen verlevendigde begane grond, in art-decostijl van circa 1920-30. Markante erker van de tweede bouwlaag steunend op neoclassicistische consoles en gemarkeerd door gestileerde bloemenslingers. Lagere derde bouwlaag en mezzanino verticaal per travee uitgewerkt door de doorlopende geriemde omlijstingen; gestileerde motieven op de borstweringen. Eenvoudige gevelbeëindiging door middel van houten kroonlijst op tandlijst.