Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl, als eigen woning gebouwd door de architect August Cols, naar een ontwerp uit 1894. Aannemer Victor Merckx-Verellen voerde de werken uit. De heer F. Van Coppenolle breidde het pand in 1899 aan de linker zijde uit met een smal pakhuis boven een bestaande poort, naar een ontwerp door de architect Louis Hendrikx. De heer F. Wijters liet het geheel verbouwen tot kantoren en appartementen, naar een ontwerp door de architecten Edouard Bilmeyer en Henry Claes uit 1930. Daarbij werd het geheel verhoogd met een extra verdieping en een pseudo-mansarde, met wijziging van de opstand en de vloerniveaus van het pakhuis. Gesloopt voor een nieuwbouwpand op de hoek van Tabakvest en Langegang.

De eerste eigen woning is de vroegst gekende realisatie van August Cols, die van 1899 tot minstens 1912 geassocieerd was met Alfried Defever. Zij lieten zich in hun beginjaren opmerken door een opvallende reeks burgerhuizen in de wijk Zurenborg, waarbij zowel de art-nouveau-, neo-Grec- als neorococostijl op uitbundige wijze werden toegepast. De woning Defever ontwierpen zij in een veeleer sober, neoclassicistisch idioom, dat ook hun realisaties in de wijk Zuid kenmerkte.

Rijwoning oorspronkelijk met enkelhuisopstand van drie traveeën, een souterrain en twee bouwlagen, in 1899 links uitgebreid met een pakhuis van één travee, drie bouwlagen en een pseudo-mansarde, met afwijkende vloerniveaus. De derde bouwlaag en de pseudo-mansarde dateren van 1930. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en deuromlijsting, en witte natuursteen voor speklagen en waterlijsten. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op het brede rechter risaliet, dat wordt gemarkeerd door een driezijdige, houten erker met consoles en balkonbalustrade. Voor de verhoging mondde het risaliet uit in een tuitgevel met topstuk en gebogen fronton. Fraai uitgewerkte rondboogdeur gevat in een geblokte omlijsting met entablement en rechthoekig bovenlicht onder een gebogen fronton. In het risaliet rechthoekige vensters met boogveld; gevarieerde venstervormen en later aangepaste garagepoort in de toegevoegde travee. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen.

Dubbelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak. Bakstenen lijstgevel, belijnd met natuurstenen sierbanden in neo-Vlaamserenaissance-stijl, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Fraai uitgewerkt poortje opgenomen in hardstenen geblokte omlijsting met entablement en rechthoekig bovenlicht onder gebogen fronton. Op de hoofdverdieping fraaie houten erker met -renaissance-ornamenten. Later aangepaste garagepoort.