Teksten van Huidenpakhuis Fuhrmann

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6244

Huidenpakhuis Fuhrmann ()

Historiek en context

Huidenpakhuis op de hoek van Van Boendalestraat en Italiëlei naar een ontwerp door de architect Edmond Leclef uit 1871, opgetrokken in 1872. Opdrachtgever was de van oorsprong Duitse ondernemer en handelaar Johann Daniel Fuhrmann. Later houtmagazijn van de Etablissements Baudez, sinds eind jaren 1980 een wooncomplex.

Johann Daniel Fuhrmann (Lennep, 1839-Antwerpen, 1911), echtgenoot van Laura Hardt (Lennep, 1840-Bloemendaal, 1920), stammend uit wolhandelaarsfamilie uit het Duitse Lennep (Nordrhein-Westfalen), emigreerde in 1869 vanuit Berlijn naar Antwerpen. Hij had zich in 1856 al een eerste maal in de stad ingeschreven als 17-jarige 'commis' bij een handelshuis. In 1872 vervoegde zijn jongere broer Peter Fuhrmann (°Lennep, 1849), echtgenoot van Elvira Kreglinger (°Antwerpen, 1854) de firma, later gevolgd door twee zonen van Johann Daniel, Heinrich Fuhrmann (°Berlijn, 1864) en Richard Fuhrmann (°Antwerpen, 1870). Vanuit de Antwerpse vestiging die zich toelegde op de overzeese wolhandel, werden dochterfirma’s opgericht in Australië en Argentinië, waar delen van het familiekapitaal werd belegd in grootschalige runder- en schapenfarms. Architect Joseph Hertogs ontwierp in 1905 het kantoorgebouw van het latere Fuhrmann & Co op de hoek van de Lange Nieuwstraat en de Eikenstraat. In 1918 legde de Belgische Staat beslag op de activa van Fuhrmann & Co. Vervolgens ging Peter Fuhrmann in Amsterdam opnieuw van start met een wolhandelsfirma, en richtte Richard Fuhrmann in Antwerpen de firma R. Fuhrmann-Marsily & Co op, actief in de dezelfde branche.

Het huidenpakhuis Fuhrmann behoort tot de vroegste zelfstandige realisaties van Edmond Leclef, die de succesvolle praktijk van zijn in 1878 overleden vader Heliodore Leclef zou voortzetten. Met statige herenhuizen voor de hogere burgerij, drukten vader en zoon Leclef tijdens de jaren 1870 hun stempel op de Leien. Vermoedelijk actief tot zijn overlijden in 1902, evolueerde de architectuur van Edmond Leclef van een door de Lodewijk XVI-stijl geïmpregneerd neoclassicisme, in de jaren 1880 naar een kleurrijk eclecticisme met invloeden van de neo-Vlaamserenaissance-stijl. Uit 1880 dateren de ontwerpen van een ensemble van vier huidenpakhuizen in dezelfde wijk, de Magazijnen Ernest, Paolo, Alfred en Schmidt in het bouwblok Duboisstraat, De Pretstraat en Fuggerstraat, waarvoor Leclef een meer geëlaboreerde architectuurtaal ontplooide.

Architectuur

Het langgerekte gebouw met een gevelbreedte van tien bij twee traveeën, omvatte oorspronkelijk vijf bouwlagen onder een zadeldak. De sobere lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, waterlijsten en lekdrempels. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, gemarkeerd door laadtraveeën in beide uiterste traveeën zijde Van Boendalestraat. Deze onderscheiden zich door een getoogde poort, laadluiken en een houten dakkapel met driehoekig pseudo-fronton waarin oorspronkelijk het hijssysteem. Verder registers van getoogde tweelichten met lekdrempel; later geopende rechthoekige vensters onder de houten kroonlijst. Een driehoekig fronton bekroont de zijgevel. Op de hoekpenant natuurstenen Onze-Lieve-Vrouwebeeld op een rechte sokkel van omstreeks 1950.

De oorspronkelijke binnenconstructie is een combinatie van houten standvinken (tegen buitenmuren) en gietijzeren kolommen (in het midden), welke houten moer- met kinderbalken dragen. Polonceau-spanten.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1871#966; vreemdelingendossiers 481#26389 en 481#13596.
  • DE FOSSÉ M. 2018: Understanding the architecture and technology of historical urban warehouses in Antwerp, Brussels and Ghent, onuitgegeven verhandeling Vrije Universiteit Brussel, 335-345.
  • FIERENS J. 1977: Antwerpse Stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910, onuitgegeven verhandeling Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw Antwerpen, 102-103.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2018: Huidenpakhuis Fuhrmann [online], https://id.erfgoed.net/teksten/280819 (geraadpleegd op ).


Houtmagazijn Ets. Baudez ()

Houtmagazijn Ets. Baudez; tien + twee traveeën en vijf verdiepingen naar ontwerp van Edmond Leclef van 1871-72. Bakstenen lijstgevels gemarkeerd door een brede puilijst en bekroond met een driehoekig fronton. Eerste en laatste traveeën in de Van Boendalestraat voorzien van getoogde laaddeuren en uitlopend op een puntgeveltje waarin een hijssysteem. Verder licht getoogde gekoppelde vensters. Op hoekpenant natuurstenen Onze-Lieve-Vrouwebeeld op een rechte sokkel.

De binnenconstructie is een combinatie van houten standvinken (tegen buitenmuren) en gietijzeren kolommen (in het midden), welke houten moer- met kinderbalken dragen. Polonceau-spanten.

  • FIERENS J., Antwerpse Stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910, Eindwerk NHIBS, Antwerpen, 1977, p. 102-103.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Huidenpakhuis Fuhrmann [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6244 (geraadpleegd op ).