Winkelhuis in neorenaissancestijl, gebouwd in opdracht van de industrieel en touwslager Edouard De Vleeschouwer (°Grimbergen, 1844), naar een ontwerp door de architect Alexis Van Mechelen uit 1893. Aannemer Louis Peeters-Gowie uit de Brialmontlei voltooide de werken begin 1894. Voor de bouw werd een traditioneel diephuis met puntgevel uit de 17de eeuw gesloopt. In 1897 liet De Vleeschouwer ook het aanpalende winkelhuis Varkensmarkt 4 door Van Mechelen verbouwen. Dit betrof eveneens een traditioneel diephuis met puntgevel uit de 17de eeuw, dat met een tweede verdieping werd verhoogd en voorzien van een neoclassicistische lijstgevel met stucdecor.

Alexis Van Mechelen startte zijn loopbaan in 1887, met het café van de Wijngaard Natie aan de Oudeleeuwenrui in opdracht van zijn vader, gevolgd door privé-opdrachten in conventionele neoclassicistische en pittoreske neo-Vlaamserenaissance-stijl. Als stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, werd Van Mechelen vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal aan de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Kasteelstraat), in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat) als in beaux-artstijl (Lamorinièrestraat).

Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat de rijwoning vijf bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat). De puntgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, met smeedijzeren sierankers en overvloedig gebruik van blauwe hardsteen voor de pui, kozijnen, speklagen, halfzuilen, pilasters, waterlijsten, dekstenen en topstukken. Van de winkelpui zijn enkel de geblokte hardstenen hoekpilasters bewaard, die overgaan in de zware consoles van de bovenliggende erkerpartij. Gevelbreed oplopend over de eerste twee verdiepingen, rust deze laatste op een structuur van ijzeren I-balken. Gekoppelde kruiskozijnen met bewerkte panelen op de borstwering doorbreken de erkerpartij, op de tweede verdieping opgevat als een aediculavenster op voluutconsoles, gemarkeerd door een Toscaanse halfzuil en pilasters, waarop een klassiek entablement met bewerkte fries. De derde verdieping wordt geopend door gekoppelde rondboogvensters met voluutsleutel en een geprofileerde waterlijst op imposten, gevat tussen een Ionische halfzuil, pilasters, eenzelfde entablement en en balkon met smeedwerk in de borstwering. De vierde verdieping onderscheidt zich door een breed korfboogvenster met een geblokte waterlijst, een mascaronsleutel en een balustrade. Een plastisch bewerkt, driehoekig fronton met middenstijl en topstukken vormt de gevelbekroning.