Traditioneel diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen, onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), dat in kern opklimt tot de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw.Brouwer C. Van Gramberen liet in 1847 de gevelordonnantie aanpassen. Op de begane grond werden van de kruiskozijnen de monelen verwijderd en beide dorpels verlaagd; boven de rechthoekige deur verdween het bolkozijn. Van de kruiskozijnen op de bovenverdieping werden enkel de monelen verwijderd, met toevoeging van cordonvormende lekdrempels. Omstreeks 1990 gesloopt voor de bouw van de Agora op de hoek van Grote Kauwenberg en Vekestraat.
Gecementeerde trapgevel van zeven treden, vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, voorzien van muurankers met gekrulde spie. Aangepaste rechthoekige bovenvensters, vroegere kruiskozijnen, op cordonvormende lekdrempels. In de tweeledige top wordt het eerste register geopend door een rechthoekig drielicht met lager middenluik, oorspronkelijk gemarkeerd door een omlopende waterlijst. Een rechthoekig luik doorbreekt de topgeleding. Volledig verbouwde pui.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1847#340.