Voormalig huis "de Sieckel" dat in kern minstens opklimt tot het midden van de 16de eeuw, en in de loop der tijden meermaals werd aangepast. Het werd in 1552 aangekocht door de historieschrijver Jan Servilius, en in 1559 door stadssecretaris Jan Asseliers. Tot de volgende eigenaars behoorden ridder Gaspard Rovelasco, burgemeester Hendrik van de Werve, de families Lunden, Vecquemans, De Coninck, Peeters, Stiers en van Havre. Helena Maria de Coninck, weduwe van Guilhelmus Carolus Lunden liet in 1759 het koetshuis optrekken. Hendrik Joseph Stier voerde omstreeks 1789 belangrijke verbouwingswerken uit. Van 1859 tot 1889 was het pand in het bezit van de oudheidkundige ridder Leo de Burbure van Wesembeek (Dendermonde, 1812-Antwerpen, 1889). Léon Elsen (1853-1931), echtgenoot van Louise de Witte (1863-1927) en eigenaar van het aanpalende herenhuis, kocht "De Sieckel" in 1905 aan. Datzelfde jaar liet hij beide hotels door de architect Joseph Hertogs onderling verbinden en herinrichten. Tot de werken aan "De Sieckel" behoorden de restauratie van de voorgevel met toevoeging van de régencepoort in de twee linker traveeën, de inwendige verbouwing en uitbreiding tot kantoren. In 1911 voerde Hertogs verdere verbouwingen uit.
Het complexe herenhuis omvat vier vleugels die een oorspronkelijk grotere, in 1905 deels overbouwde binnenplaats omsluiten, en grenst aan de tuin die ten oosten wordt afgesloten door het 18de-eeuwse koetshuis. Deze loopt ten zuiden over in de tuin van het aanpalende nummer 19.
Met een gevelbreedte van acht traveeën omvat de voorbouw twee bouwlagen onder een leien zadeldak met getrapt, linker aandak. De lijstgevel die minstens opklimt tot de 17de eeuw, kreeg zijn huidige uitzicht in het midden van de 18de eeuw. Het parement uit zandsteen werd in 1905 ingrijpend gerestaureerd met gebruik van witte natuursteen. Typische kenmerken zijn de kwarthol geprofileerde sokkel met rechthoekige keldermonden, de smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie, de sporen van een wigvormige ontlastingssysteem, en de geprofileerde daklijst als gevelbeëindiging. Registers van aangepaste rechthoekige vensters met kwartholle dagkanten, geprofileerde hardstenen lateien en lekdrempels, op de begane grond voorzien van gebogen traliehekken. De eerste twee en de laatste traveeën worden gemarkeerd door poorten in régencestijl uit blauwe hardsteen. De spiegelboogpoort in de eerste twee traveeën werd pas in 1905 aangebracht, de rondboogpoort in de laatste travee dateert uit het midden van de 18de eeuw. Beide hebben een geprofileerd, kwarthol beloop met neuten en imposten, bekroond door voluten en festoenen. De spiegelboogpoort heeft een gestrekte waterlijst, de rijker uitgewerkte rondboogpoort onderscheidt zich door een schelpsleutel, rocailles en een gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden. Drie grote houten dakkapellen met gebogen fronton, en drie kleine, afgesnuite dakkapellen in tweede register; sierlijke smeedijzeren windwijzer op de schouw. Houten vleugeldeuren en vensterschrijnwerk.
Op de voorbouw sluit ter hoogte van de derde en vierde travee een dwarsvleugel aan, drie traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een leien zadeldak, die net als de achtergevel is opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenbouw. De doorgang naar de tuin begrensd door de noordgevel van de dwarsvleugel, en de vleugels rond de binnenplaats, zijn grondig aangepast bij de verbouwing en uitbreiding in 1905. Aanbouw met een geprofileerde korfboogdoorgang onder een gebogen waterlijst op kraagstenen. In een rondboognis met fronton witstenen Onze-Lieve-Vrouwebeeld met kind door de beeldhouwer Désiré Duwaerts uit 1885, afkomstig van het gesloopte hoekpand Gratiekapelstraat en Keizerstraat 43, hier herplaatst omstreeks 1968; verderop fraaie smeedijzeren lichtarm. De tuinvleugel, vijf traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak met getrapte aandaken is opgetrokken in traditionele, verankerde bak- en zandsteenbouw. Aan tuinzijde registers van aangepaste, rechthoekige vensters, vroegere kruiskozijnen met kwartholle negblokken; houten dakkapellen met driehoekig fronton, en afgesnuite dakkapelletjes in tweede register.
Koetshuis gebouwd in 1759 door de weduwe Helena Maria Lunden-de Coninck (inscriptie in de laatste zuil). Constructie van zeven traveeën, met een middenpartij van twee bouwlagen onder een leien zadeldak, en zijvleugels van één bouwlaag onder een leien mansardedak. De natuurstenen lijstgevel legt de klemtoon op de licht vooruitspringende middenpartij van drie traveeën, met op de begane grond een arcade bestaande uit hardstenen rondbogen met archivolt en fraaie schelpvormige sleutel op vier Toscaanse zuilen met buikige schacht; arcade gesloten door grote ramen met kleine roedeverdeling. Hogerop steekboogvensters in hardstenen omlijsting. De middenas wordt bekroond door een halsgevel waarin een radvenster, afgewerkt met een gebogen waterlijst en een bolvormig ornament. De omgetrokken kroonlijst heeft een geajoureerde balustrade als bekroning. Achteruitwijkende zijtraveeën met getoogde deur- en vensteropeningen in geriemde omlijstingen; getoogde dakkapellen.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2018: De Sieckel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/297440 (geraadpleegd op ).
Voormalig huis "de Sieckel" gebouwd in het derde kwart van de 16de eeuw door stadssecretaris Jan van Asseliers, later meermaals aangepast door de opeenvolgende eigenaars.
Grondig gerestaureerde voorgevel van acht traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak waarin drie dakkapellen met gebogen fronton. Natuurstenen verankerde lijstgevel uit de 17de eeuw verbouwd in de 18de (zie dakkapellen) en 19de eeuw (zie vensters begane grond) op een geprofileerde sokkel met rechthoekige keldermonden. Hoge rechthoekige vensters met kwartholle dagkanten en individuele lekdrempels op de bovenverdieping. In zijtraveeën, Régence poorten (19de eeuw), links geprofileerde schouderboogvormige deuromlijsting geflankeerd met vruchtenfestoenen en bekroond met een brede gestrekte waterlijst; rechts hardstenen rondboogomlijsting met schelpvormige sleutel en imposten, versierde boogzwikken onder een gebogen waterlijst met gestrekte uiteinden. Sierlijke windwijzer op de schouw.
Links poort met achterliggende doorgang naar de prachtige tuin, aan de tuinzijde lijstgeveltje van één travee in traditionele stijl met een geprofileerde korfboogdoorgang onder een gebogen waterlijst op consooltjes. Haaks hierop zijgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen, bak- en zandstenen lijstgevel (17de eeuw) aan beide zijden eindigend op een trapgevel, respectievelijk elf en vier treden, onder leien zadeldaken (nok parallel aan de straat). Aangepaste rechthoekige vensters met kwartholbeloop. In rondboognis witstenen Onze-Lieve-Vrouwebeeld met kind, verderop fraaie smeedijzeren lichtarm.
Prachtige tuin met aan de westzijde de 17de-eeuwse achtergevels van de nummers 17 en 19. Bak- en zandstenen lijstgevels met verspringende gevellijn, samen twaalf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (leien) waarin dakkapellen met een driehoekig fronton (nummer 17) of met vleugelstukken onder een gebogen waterlijst (nummer 19). Middentravee van nummer 19 met een arduinen deuromlijsting en een spiegelboogvenster in een dito omlijsting op neuten bekroond met een driehoekig hardstenen fronton verlevendigd met reliëfwerk.
Oostzijde met koetshuis gebouwd in 1759 door H. Lunden-de Coninck (zie inscriptie in laatste zuil). Natuurstenen lijstgevel van zeven traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak, benadrukte en licht vooruitspringende middenpartij van drie traveeën met op de begane grond een arcade bestaande uit hardstenen rondbogen met archivolt en fraaie schelpvormige sleutel op vier Toscaanse zuilen met buikige schacht, arcade gesloten met grote ramen met kleine roedeverdeling. Hogerop segmentboogvensters in arduinen omlijstingen, middentravee met verhoogde halsgevel waarin een radvenster, geheel afgesloten met een gebogen waterlijst en een bolvormig ornament. Omgetrokken kroonlijst bekroond met een geajoureerde balustrade. Achteruitwijkende zijtraveeën van één bouwlaag onder afgewolfde leien daken. Hoge segmentboogvormige deuren vensteropeningen met geriemde omlijstingen.
Ten zuiden van dit paviljoen: groot classicistisch gebouw (eerste helft 19de eeuw) van vijf traveeën en vier bouwlagen. Bakstenen lijstgevel verlevendigd met arduin en geritmeerd door pilasters, middentravee bekroond met een driehoekig fronton. Nagenoeg vierkante vensters in geriemde omlijstingen.
Zuidzijde van de tuin met achteraan een gereconstrueerde gevel (achterhuis) van het voormalig Hotel de Fraula (Keizerstraat): een vier traveeën brede arcade (derde kwart 17de eeuw) samengesteld uit geprofileerde hardstenen rondbogen met sleutels op Toscaanse zuilen, afgesloten door een fries met trigliefen en een gekorniste waterlijst; op de tweede bouwlaag een zandstenen parement waarin vier spiegelboogvensters in een hardstenen omlijsting met bewerkte sleutels voorzien van ijzeren leuningen. De vensters worden geflankeerd door hardstenen pilasters met composietkapitelen waarop een geleed kordon rust. Hogerop een rijk met loofwerk versierd fries met centrale cartouche waarin jaartal 1674. Geheel afgesloten door een brede gekorniste waterlijst.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: De Sieckel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6264 (geraadpleegd op ).