Patriciërshuis met traditionele kern, terzelfder tijd als nummer 23 omstreeks 1550 gebouwd door schepen Ghislain Asseliers. Felix Ceulemans liet in 1874 door de architect Frans J.H. Bex de plint en vensteromlijstingen toevoegen, en de lage tweede verdieping verbouwen tot mezzanine. In 1957-1959 gerestaureerd onder leiding van architect J.H. Detiège, in opdracht van nv Fotogravure De Schutter. Samen met de aanpalende nummers 21, 23 en 27-31 omstreeks 2005 gerenoveerd en verbouwd door de Universiteit Antwerpen.
De verbouwing van het hotel Ceulemans maakt deel uit van het latere oeuvre van Frans J.H. Bex, architect van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen. Over de bouwprojecten die hij in deze functie tot stand bracht is weinig bekend. Als privé-architect realiseerde hij met name tijdens de jaren 1850 enkele voorname neoclassicistische hotels, en voerde verbouwingen uit aan meerdere van de meest prestigieuze patriciërswoningen in de stad.
Het complexe herenhuis met dubbelhuisopstand omvat vier vleugels rond een binnenplaats. De zes traveeën brede, geknikte lijstgevel met een 18de-eeuwse ordonnantie, telt twee bouwlagen en een mezzanine, onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde afwerking verbergt het zandstenen parement van de eerste twee bouwlagen, voorzien van smeedijzeren muurankers met gekrulde spie en een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Registers van aangepaste, rechthoekige vensters, op de begane grond voorzien van smeedijzeren traliehekken en voorheen met kwartholle dagkanten, op de bovenverdieping in een geriemde omlijsting met entablement, geprofileerde lekdrempel en gietijzeren parapet. Een spiegelboogpoort met een hardstenen omlijsting in rococostijl uit het derde kwart van de 18de eeuw, markeert de vierde en vijfde travee. Geprofileerd, kwarthol beloop met neuten, imposten, een rijk rocailledecor als sluitsteen en in de zwikken, onder een gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden; houten vleugeldeur met rocaillemotief als makelaar van het bovenlicht. Geopend door langwerpige venstertjes met afgeronde hoeken oorspronkelijk in bewerkte riemomlijstingen, wordt de mezzanine gemarkeerd door de gelede architraaf en de houten kroonlijst op klossen.
Binnenplaats in traditionele stijl. Bak- en zandstenen lijstgevels van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (leien) met aan de noordzijde een getrapt dakvenster van drie treden met overhoeks topstuk, waarin een bolkozijn. Verder kruiskozijnen en aangepaste rechthoekige vensters. Aan de oost- en westzijde doorlopende hardstenen rondbooggalerij uit de tweede helft van de 17de eeuw, met geprofileerde archivolten, steunend op Toscaanse zuilen met zwellende schacht. Ontvangstzaal met 17de-eeuwse schoorsteenmantel.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2018: De Zwarte Arend [online], https://id.erfgoed.net/teksten/280883 (geraadpleegd op ).
Patriciërshuis zogenaamd "de Zwarte Arend" terzelfder tijd als nummer 23 (circa 1550) gebouwd door schepen Ghislain Asseliers. Gerestaureerd (1957-59 naar ontwerp van H. Detiège) voorgevel met een 18de-eeuwse ordonnantie en een licht gebogen gevellijn, zes traveeën en twee en een halve bouwlaag. Zandstenen lijstgevel met enkelhuisopstand op een arduinen plint met een later toegevoegde bakstenen mezzaninoverdieping waarin kleine venstertjes met afgeronde hoeken onder een kroonlijst op klossen (tweede tot derde kwart van de 19de eeuw). Muurankers met gekrulde spie. Begane grond met aangepaste getraliede vensters in kwarthol beloop; op de bovenverdieping. rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen bekroond met blinde panelen onder gekorniste waterlijsten, smalle ijzeren leuninkjes. Rococopoort in vierde travee; hardstenen spiegelboogomlijsting met sleutel, imposten en rocailleornamenten, vleugeldeur met rocaillemotief als makelaar van het bovenlicht. Hogerop brede gebogen waterlijst met gestrekte uiteinden.
Binnenplaats in traditionele stijl. Gerestaureerd onder leiding van architect H. Detiège in 1957-59. Bak- en zandstenen lijstgevels van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (leien) met aan de noordzijde een getrapt dakvenster (drie treden + overhoeks topstuk). Dakvenster met bolkozijn. Verder kruiskozijnen en aangepaste rechthoekige vensters. Aan de oost- en westzijde doorlopende hardstenen rondbooggalerij (tweede helft van de 17de eeuw) met geprofileerde archivolten, steunend op Toscaanse zuilen met zwellende schacht. Ontvangstzaal met 17de-eeuwse schoorsteenmantel.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: De Zwarte Arend [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6268 (geraadpleegd op ).