Neoclassicistische burgerhuis, in kern een laatclassicistisch dubbelhuis uit de vroege 19de eeuw, wellicht nog ouder van oorsprong. De architect Emmanuel Van Cuyck verbouwde het oorspronkelijk vier traveeën brede pand in 1837, door de inkomdeur in de derde travee te vervangen door de huidige koetspoort in de eerste travee. Verder kreeg de gevel een nieuwe plint en een klassiek hoofdgestel als bekroning. Opdrachtgever was Jean François Ferdinand Biart (Estrées-lès-Crécy,1774-Berchem, 1840), afkomstig uit het Département de la Somme, die in 1794 samen met het Franse leger in de zuidelijke Nederlanden was aanbeland. Biart huwde in 1797 in Antwerpen met Marie Françoise De Marteau (Antwerpen, 1766-Berchem, 1849), was ambtenaar aan de prefectuur van het Departement van de Twee Neten en later actief als ‘agens d’affaire’, bankier en zakenman. Tot zijn eigendommen behoorde het Hof van Biart in de Karel Oomsstraat.
Architect Frans J.H. Bex paste de gevel in 1870 verder aan tot de huidige vorm, door het verlagen van de bovenvensters, het toevoegen van het balkon boven de koetspoort, de puilijst, de vensteromlijstingen en gietijzeren borstweringen. Opdrachtgever van deze ingreep was de advocaat en plaatsvervangend rechter Constantin Ferdinand Biart (Antwerpen, 1834-Antwerpen, 1888), kleizoon van Jean François Ferdinand Biart, die het hotel in 1870 van zijn vader had geërfd. in huwde in 1866 met Stéphanie (Fanny) Pauwels (Antwerpen, 1840-Antwerpen, 1907), en zetelde van 1876 tot 1881 als liberaal politicus in de Antwerpse gemeenteraad, en van 1878 tot 1884 in de senaat voor het arrondissement Antwerpen. Het hotel bleef tot 1908 in het bezit van de familie Biart, en huisvestte vervolgens de Disconto Bank. De huidige linker travee werd pas in 1948 toegevoegd bij de opdeling van het gebouw tot appartementen, uitgevoerd door de architect Jan Goos in opdracht van François Marckx. Daarvoor werd een smal, traditioneel diephuis met trapgevel uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw gesloopt.
Emmanuel Van Cuyck was vermoedelijk in Antwerpen als aannemer en bouwmeester actief vanaf het eerste kwart van de 19de eeuw, en zetelde ook als gemeenteraadslid. Tot zijn bekendste ontwerpen behoren de tuinaanleg van de Dierentuin uit 1843, en van de Promenade du glacis uit hetzelfde jaar, uitgebreid tot Promenade de Lonchamps in 1853, die verdwenen bij de aanleg van het Stadspark. De verbouwing van het hotel Biart maakt deel uit van het latere oeuvre van Frans J.H. Bex, architect van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen. Over de bouwprojecten die hij in deze functie tot stand bracht is weinig bekend. Als privé-architect realiseerde hij met name tijdens de jaren 1850 enkele voorname neoclassicistische hotels, en voerde verbouwingen uit aan meerdere van de meest prestigieuze patriciërswoningen in de stad.
Met een gevelbreedte van oorspronkelijk vier traveeën, omvat de rijwoning, drie bouwlagen onder een leien zadeldak. Voor de licht terugwijkende linker travee uit 1948, werd de bestaande opstand doorgetrokken. Oorspronkelijk bepleisterd en beschilderd, rust de later in imitatie-natuursteen gecementeerde lijstgevel op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de geprofileerde puilijst, beantwoordt de compositie aan een regelmatig ordonnantieschema. Daarbij ligt de klemtoon op de oorspronkelijke linker travee van de opstand, die wordt gemarkeerd door de rechthoekige koetspoort in vlakke hardstenen omlijsting met neuten, waarboven een balkon met zware voluutconsoles en een gietijzeren borstwering. Verkleinende registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen in vlakke, hardstenen omlijstingen met oren, sluitsteen en geprofileerde dagkanten. Voorzien van gietijzeren borstweringen, rusten de vensters van de eerste verdieping op de puilijst; de overige hebben individuele lekdrempels, op de tweede verdieping met voluutconsoles en onderdorpel. Een houten kroonlijst met tandlijst vormt de gevelbeëindiging; drie houten dakkapellen met keperlijst. Fraaie smeedijzeren vleugeldeur met de initialen DB (Disconto Bank) en venstertralies, vermoedelijk te dateren in de vroege 20ste eeuw; houten vensterschrijnwerk. In de inkomhal, mozaïekvloer met een Mercuriusstaf en de initialen AL.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/280912 (geraadpleegd op ).
Neoclassicistisch burgerhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak met drie dakkapellen, uit het derde kwart van de 19de eeuw. Gecementeerde lijstgevel belijnd door schijnvoegen, puien kroonlijst; gemarkeerd door een licht verdiepte linker travee waarin doorgang naar achterbouw. Rechthoekige vensters, op de begane grond voorzien van tralies; op de bovenverdieping in omlijsting van platte banden met smalle sleutel en oren; deurvensters van de hoofdverdieping met ijzeren leuning; individuele lekdrempels op consooltjes op lagere derde bouwlaag. Brede rechthoekige poort in hardstenen omlijsting die uitloopt in twee bewerkte consoles als steun voor het bel-etagebalkon.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6291 (geraadpleegd op ).