Laatclassicistisch burgerhuis oorspronkelijk met enkelhuisopstand, volgens de bouwaanvraag uit 1808 opgetrokken in opdracht van de heer Van den Nest. Tot het bouwproject behoorde ook een lager bijgebouw op het links aanpalende perceel, vermoedelijk een koets- of pakhuis met poort dat later werd verbouwd. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. J.J. Cocks-Buckens liet in 1853 twee getoogde keldermonden openen in de plint. In opdracht van Stanislas Cocks, van beroep 'commissionnaire en fonds publics', werd het hotel in 1877 verbouwd van een enkel- naar een dubbelhuisopstand, door het verplaatsen van de inkomdeur van de linker naar de middentravee. Cocks liet in 1890 op het rechts aanpalende perceel een eclectisch herenhuis optrekken door de architect Albert Arnou.
Rijwoning van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. Regelmatig compositieschema opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met geprofileerde dagkanten en individuele lekdrempels, in verkleinende ordonnantie. Rechthoekige deur in vlakke hardstenen omlijsting met neuten in de middenas; de oorspronkelijk inkomdeur uit 1808 was afgewerkt met een gestrekte waterlijst. Een klassiek hoofdgestel met architraaf en geprofileerde houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Bewaard houten deur- en vensterschrijnwerk; gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 838#222, 1853#537 en 1877#489.