Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in Louis-Philippestijl, volgens de bouwaanvraag uit 1852 opgetrokken in opdracht van de heer Everaerts. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Gesloopt voor de bouw van de nieuwe kantoren van de Generale Bank omstreeks 1983.

Met een gevelbreedte van elk vier traveeën, omvatten de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde, voorname rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Het statige, bepleisterde en beschilderde gevelfront met schijnvoegen op de begane grond, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een volkomen symmetrisch compositieschema, gemarkeerd door de twee zijrisalieten met rechthoekige koetspoort. Regelmatige registers van spiegelboogvensters, op de bovenverdiepingen met sluitsteen. De eerste verdieping onderscheidt zich door een doorgetrokken borstwering met rankwerkcasementen en vlakke vensteromlijstingen met oren, de tweede verdieping door bewerkte onderdorpels met rozet. Een klassiek hoofdgestel met een gekorniste houten kroonlijst op gekoppelde voluutconsoles in de risalieten, de fries van de overige traveeën geritmeerd door postamenten met rozet, vormt de gevelbeëindiging. De benedenvensters van de tweede tot vierde en de voorlaatste travee zijn aangepast.

Statige woning van acht traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (leien). Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevel, daterend van circa 1860. Markerende zijrisalieten als ingangstravee. Geblokte begane grond op arduinen sokkel met eenvoudige rechthoekige vensters en deur. Schouderboogvormige bovenvensters in platte bandomlijstingen met plastisch bewerkte stucsleutels en paneelwerk op de borstweringen. Gevelbeëindiging door middel van gekorniste kroonlijst aan de risalieten op gekoppelde consoles; verdiepte panelen op de fries.