Een opvallend gebouw op de Amerikalei is het acht traveeën tellende neogotische hoofdgebouw van het "Instituut Onze-Lieve-Vrouw", een ontwerp van 1883 van architect Frans Baeckelmans.
Historiek
Het Instituut Onze-Lieve-Vrouw is gesticht in 1885 door de congregatie van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw. In het kader van de scholenstrijd die in die tijd woedde in België, spoorde pater Petit s.j. graaf Florimond de Brouchoven de Bergeyck aan om bij te dragen tot de oprichting van een katholieke school in het liberale Antwerpen. De graaf kocht een terrein van circa 3000 m2 op de gronden van het nieuwe Zuid, tussen de Amerikalei en de Verbondstraat. Hij gaf in 1883 de opdracht aan architect Frans Baeckelmans om er een opvoedingshuis te bouwen en financierde de oprichting van de gebouwen.
Het scholencomplex behelst het neogotische hoofdgebouw aan de Amerikalei, afgewerkt in 1885, en een achterliggend gebouw bestemd voor het gratis onderricht van arme kinderen in de Verbondstraat. Het kosteloze onderwijs aan behoeftige kinderen behoorde tot de doelstellingen van de congregatie. Naast de kosteloze school mochten ook klassen geopend worden voor meer gegoede kinderen, als bron van inkomsten. De tegenstelling tussen het elitaire onderwijs in de gebouwen aan de Amerikalei en het kosteloze onderwijs in de Verbondstraat uitten zich op vele gebieden. Vooreerst is er het contrast tussen de sterk versierde neogotische architectuur van het hoofdgebouw en de veel eenvoudiger schoolgebouwen in de Verbondstraat, volledig van elkaar gescheiden door een bakstenen muur. In de Verbondstraat werd onderricht gegeven in het Nederlands, in de Amerikalei gebeurde dat in het Frans.
In 1983 worden drie naast het hoofdgebouw gelegen, fraaie neoclassicistische burgerhuizen op de Amerikalei nrs. 32 tot 36, alle eigendom van het instituut, gesloopt voor de uitbreiding van de school in een functionele stijl naar ontwerp van architect Paul Hens. De werken worden uitgevoerd door aannemer van de Mosselaer en zijn klaar in september 1985. De kloostergemeenschap verhuist in 1984 naar de Markgravelei nr. 83, zodat het neogotische kloostergebouw ook helemaal gebruikt kon worden door de school. Sinds 2003 is het instituut gefusioneerd met het Sint-Lievenscollege (Kasteelpleinstraat).
Beschrijving
Het eind-19de-eeuwse gebouwencomplex werd in U-vorm opgebouwd, met het hoofdgebouw aan de Amerikalei en haaks daarop twee zijvleugels. Achter de gebouwen is de speelplaats gelegen. De rode bakstenen gebouwen zijn gevat onder leien zadeldaken. Hier bevonden zich ruimtes voor de kloostergemeenschap, klaslokalen en, op de verdieping van de linkervleugel, een volledig in neogotische stijl ingerichte kloosterkapel. De kapel vormt samen met de monumentale eiken trap een waardevol element binnen het kloostergebouw.
Het inventarisatieproject van 1979 typeert het hoofdgebouw aan de Amerikalei als volgt: "Neogotisch schoolgebouw met brede gevelwand van acht traveeën en drie bouwlagen onder leien zadeldaken, daterend 1885 naar ontwerp van F.C. Baeckelmans. Voornamelijk in baksteen opgetrokken lijstgevel op zandstenen plint met geprofileerde afzetting, links gemarkeerd door twee puntgevels. Centrale ingangstravee met brede korfboogvormige poort, waarboven een fraaie erker met drie spitsboogvormige vensters, voorzien van maaswerk, waartussen fiaaltjes; hierop rust een balkon met geajoureerde balustrade, gevat in een brede spitsbogige nis, voorzien van maaswerk en bekroond door een puntgevel met overhoeks geplaatste pinakels en bollen. De drie linkertraveeën zijn eveneens gevat in een puntgevel, geheel verdiept in een gotisch maaswerk in drielobmotief met blinde spitsbogen; ze zijn geopend door pseudo-kruisvensters. De rechtse gevelpartij is verticaal gemarkeerd door de plaatsing van kruisvensters in over de gehele gevel verdiepte nissen, voorzien van blind maaswerk in drielob." De zijvleugels zijn opgetrokken in eenzelfde stijl, maar soberder van vormgeving. De gevels aan speelplaatszijde zijn in rode baksteen uitgevoerd en zijn doorbroken door rechthoekige muuropeningen en spitsboogvensters ter hoogte van de kloosterkapel.
De kapel
In de linkervleugel, op de eerste verdieping, bevindt zich de neogotische kapel. Zowel de polychromie als het meubilair zijn authentiek en gaaf bewaard. Ontwerptekeningen bewaard in de Antwerpse academie en in het instituut zelf, geven aan dat het interieur door Baeckelmans is ontworpen. De kapel is een rechthoekige ruimte van vijf traveeën, met achter het koor, aan noordzijde, een opslagruimte en een sacristie. De kapel is aan zuidzijde toegankelijk via een doksaal, bereikbaar via een monumentale eiken trap. De kapel is overwelfd door een tongewelf met sierlijke houten trekbalken. Het volledige plafond is voorzien van neogotische polychromie met vergulde details; er zijn plantenmotieven aangebracht op de geprofileerde ribben, die uitlopen op consoles. De wanden zijn eveneens voorzien van neogotische beschilderingen in de vorm van tapijtimitaties met modillons waarin het IHS-monogram en de doornenkroon zijn opgenomen. Aan oostzijde zit in elke travee een spitsbogige vensteropening met neogotische tracering en glas-in-loodinvulling. In de noordwand zijn geen muuropeningen en is in elke travee een sokkel met houten heiligenbeeld opgehangen. Het meubilair is uitgevoerd in neogotische stijl en bestaat uit houten, gepolychromeerde meubelstukken. In het doksaal staat een biechtstoel, in het koor een altaar. Verder zijn neogotische stoelen, consoletafeltjes, standaarden en zo meer, in situ bewaard. Het pronkstuk van de kapel is het altaarstuk "De kruisdood", gesigneerd door schilder Ernest Wante, 1912. Het altaarstuk werd door de familie de Beuckelaer aan het instituut geschonken.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2011: Instituut Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135117 (geraadpleegd op ).
Neogotisch schoolgebouw met brede gevelwand van acht traveeën en drie bouwlagen onder leien zadeldaken, daterend 1885 naar ontwerp van F.C. Baeckelmans.
Voornamelijk in baksteen opgetrokken lijstgevel op zandstenen plint met geprofileerde afzetting, links gemarkeerd door twee puntgevels. Centrale ingangstravee met brede korfboogvormige poort, waarboven een fraaie erker met drie spitsboogvormige vensters, voorzien van maaswerk, waartussen fiaaltjes; hierop rust een balkon met geajoureerde balustrade, gevat in een brede spitsbogige nis, voorzien van maaswerk en bekroond door een puntgevel met overhoeks geplaatste pinakels en bollen.
De drie linkertraveeën zijn eveneens gevat in een puntgevel, geheel verdiept in een gotisch maaswerk in drielobmotief met blinde spitsbogen; ze zijn geopend door pseudo-kruisvensters. De rechtse gevelpartij is verticaal gemarkeerd door de plaatsing van kruisvensters in over de gehele gevel verdiepte nissen, voorzien van blind maaswerk in drielob.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Instituut Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6315 (geraadpleegd op ).