Opvallend burgerhuis met een fantasierijke art-nouveaulijstgevel, ontworpen in 1901 door architect G. Van Oenen voor Leopold Hofkens. In dezelfde bouwaanvraag wordt ook de bouw van de naastgelegen woning op nummer 24 geregeld. Beide woningen passen op een afgeschuind perceel in de knik van de Beeldhouwersstraat. De grote woning op nummer 22 kent de standaard 19de-eeuwse, rechthoekige plattegrond met een gang en trappenhuis aan de ene zijmuur van de woning, waarop de kamers uitkomen. De kleine woning op nummer 24 vult de overgebleven hoek van het perceel op.

Nummer 22, een fraaie art-nouveauwoning, is beschermd als monument en vormt een blikvanger in het beschermde stadsgezicht dat is gevormd door de huizenrij van de nummers 2 tot 26. De woning heeft een parement van witte sierbaksteen met hardstenen elementen. De vier bouwlagen zijn horizontaal gemarkeerd door de brede puilijst tussen begane grond en bel-etage, de kordons, de doorlopende dorpels en de kroonlijst op consoles; de twee hoogste verdieping zijn verticaal gevat tussen pilasters, op prachtig gesculpteerde consoles, torenvormig bekroond boven de daklijst.

De lage begane grond met het arduinen parement vormt de sokkel van de woning. Hoefijzervormige deur en vensters gevat in een aaneengesloten, gebogen geriemde omlijsting; onderdorpels met biomorfe afwerking. De voordeur heeft een ronde beglazing, met smeedijzeren hekwerk. Op de bel-etage springt het brede halfcirkelvormige boogvenster in het oog, waarin een drielicht, gevat in een hardstenen omlijsting met grillige roedeverdeling en gietijzeren borstwering in zwierige art-nouveaustijl. Op de derde bouwlaag, centraal een rondbogig deurvenster met gietijzeren borstwering, geflankeerd door twee kleinere rondboogvenstertjes. Boven de vensters, een doorlopende hardstenen waterlijst; de borstwering van de kleine vensters is opgevuld met faiencetegels met florale motieven. Dezelfde afwerking voor waterlijst en borstwering van de vier gekoppelde rondboogvensters op de bovenste verdieping. Het schrijnwerk in de muuropeningen behield de zwierige belijning zoals op de geveltekening in de bouwaanvraag is voorzien.

Art-nouveau-burgerhuis, daterend van 1902 met lijstgevel in witte sierbaksteen met arduin. Ontwerp van architect Van Oenen.

De vier bouwlagen zijn horizontaal gemarkeerd door de brede puilijst tussen begane grond en bel-etage, de kordons, de doorlopende dorpels en de kroonlijst op consoles; de twee hoogste verdieping zijn verticaal gevat tussen pilasters, op consoles, torenvormig bekroond boven de daklijst.

Op de begane grond een boogvormige deur en twee rondvensters, het geheel gevat in een aaneengesloten, gebogen geriemde omlijsting; op de bel-etage een breed halfcirkelvormig boogvenster waarin een drielicht, gevat in een hardstenen omlijsting met grillige roedeverdeling.

Op de derde bouwlaag een gebogen deurvenster, geflankeerd door twee kleinere rondboogvenstertjes; op de bovenste verdieping vier gekoppelde rondboogvensters met een aaneengesloten, geriemde omlijsting van hardsteen.