De bouw van de synagoge Shomre Hadass in Antwerpen in 1893 ligt in de lijn van een evolutie die tussen 1865 en 1914 plaatsvindt. In deze periode worden in België zeven synagogen opgetrokken. Het gaat gepaard met een emancipatieproces van de Joodse gemeenschap, die na de wet op de Wereldlijke Status der Godsdiensten uit 1870 wordt aangemoedigd haar identiteit te bevestigen door synagogen op te richten. In verschillende steden, zoals Aarlen, Brussel en Antwerpen, gaat dit gepaard met de zoektocht naar een geschikt architectuurmodel en gepaste stijl.
Sinds 1880 neemt de bevolkingsgroei binnen de Joodse gemeenschap in Antwerpen drastisch toe. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan het gunstige karakter van Antwerpen als havenstad: verschillende landverhuizers emigreren uit Oost Europa naar Amerika en maken een tussenstop in Antwerpen terwijl andere Oost Europeanen zich definitief settelen in Antwerpen en er de diamantsector laten bloeien. Deze systematische bevolkingstoename zal zich blijven verder zetten. Voormalige gebedshuizen, zoals de oude Salvatorkapel aan de Grote Pieterpotstraat die sinds 1846 als synagoge fungeert, blijken al gauw ontoereikend. De Joodse gemeenschap ervaart de bouw van een nieuwe synagoge steeds meer als noodzakelijk.
Architect Jean Van Gastel had reeds in 1870 de eerste ontwerpen voor een synagoge klaar. Ondanks wijzigingen aan het ontwerp en locatie gooide een beperkt budget toen roet in het eten. Het Antwerpse stadsbestuur geeft in 1884 een terrein ter beschikking in het Zuidkwartier. De stad hoopt mede door de optrekking van een monumentaal gebouw de nieuwe wijk prestige te verlenen. Om onbekende redenen wordt de opdracht toegewezen aan de jonge architect Ernest Storidau (1855-1937). Ondanks zijn weinige ervaring slaagt hij erin in 1884 een monumentale synagoge en aanliggend rabijnshuis in oriëntaalse stijl te ontwerpen. Wederom liggen financiële problemen aan de basis van aanpassingen aan het ontwerp waarop Stordiau in 1888 een versoberde versie inlevert. In 1890 wordt besloten het toegewezen terrein uit 1884 te ruilen voor een perceel tussen de Bouwmeesters- en Schildersstraat, wat leidt tot een derde ontwerp dat totaal afwijkt van de vorige versies. Later zal Stordiau zich terugtrekken van de opdracht en zich in Luxemburg te vestigen. Hij geeft hij de fakkel door aan collega Joseph Hertogs (1861-1930). Hertogs neemt het ontwerp van Stordiau in grote lijnen over. Slechts details worden aangepast; oorspronkelijk weelderige elementen worden vereenvoudigd uit financiële overwegingen.
Nauwelijks twee jaar na de eerstesteenlegging op 22 december 1891 is de bouw van de synagoge voltooid en wordt ze aan de vooravond van het Joodse nieuwjaar, Rosj Hashana, op 7 september 1893 ingehuldigd. Er wordt gekozen voor een typologisch bouwschema dat gelijkaardig is aan de synagogen in Brussel en Luik, die ook in deze periode ontstaan. Het model is gebaseerd op de Franse synagoge-architectuur van dit moment en doet denken aan basilica. De stijl waarin de Antwerpse synagoge is opgetrokken verschilt resoluut van de Brusselse. De synagoge-architectuur uit de tweede helft van de 19de eeuw bestaat uit twee stromingen: de Romano-Byzantijnse stijl waar de Brusselse synagoge op gebaseerd is en de maureske of oriëntaalse stijl waarop de Antwerpse synagoge geïnspireerd is. Verschillende motieven kunnen aan de basis liggen voor deze oriëntaalse stijl. Zo is het mogelijk dat de Joodse gemeenschap in de kosmopolitische havenstad voldoende gesterkt voelt in zelfbewustzijn, dat de invloed van oosterse, streng orthodoxe, emigranten reeds voelbaar is of dat er een verbondenheid bestaat met Duitsland, waar de oriëntaalse stijl gemeengoed is.
Het indrukwekkende gevelfront met peristilium is uit drie partijen opgebouwd. De middenpartij wordt geflankeerd door twee geblokte, vierkante torens die doen denken aan minaretten. Ook de toegangspoort is geïnspireerd op islamitische portalen. De synagoge wordt bekroond met een Davidsster en de Tien Geboden. De plattegrond kent een driebeukig schip dat wordt omgeven door galerijen en afgesloten door een halfronde apsis, wat doet denken aan het basicale schema. Het zwaartepunt komt op de apsis te liggen, waar zich het spreekgestoelte, de bima, en de bergplaats van de thora, de aron, bevinden. Het interieur wordt beheerst door de aron, de Helige Ark. Deze aron doet denken aan een oriëntaalse tempel met minaretten en koepel. In de jaren 20 wordt de bima van de apsis naar het middenschip verplaatst. Deze bima is in blind ajourwerk uitgewerkt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de synagoge beschadigd. De vernielingen beperken zich in hoofdzaak tot het interieur. In 1958 neemt architect Mirkine de restauratie voor zijn rekening. De synagoge wordt op 17 september 1976 beschermd als monument.
Auteurs: Horemans, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Horemans C. 2013: Synagoge Shomre Hadass [online], https://id.erfgoed.net/teksten/144473 (geraadpleegd op ).
Joodse Synagoge, gebouwd in 1893 naar ontwerp van architecten J. Hertogs en E. Stordiau in neomoorse stijl, in 1958 na restauratie onder leiding van architect M. Mirkine heringewijd (gevelsteen in portaal).
Uitzonderlijk complex met basilicale opstand; monumentale gevel van witte natuursteen, doorspekt met hardsteen, gedomineerd door twee geblokte, vierkante zijtorens, uitgewerkt als gedrukte minaretten: brede rondgang met ajour bewerkte leuningen (zespuntige ster) en een peervormige koperen koepel op trommel; twee flankerende hoekgebouwtjes. Centrale gevelpartij geopend door een breed roosvenster in een hoefijzervormige verdiepte nis met geometrische roedeverdeling in Moorse stijl en gestileerde planten in de zwikken. De geprofileerde, stenen kroonlijst versierd met palmetten en hangende nissen, welke eveneens zijn aangebracht onder de rondgangen van de torens. Op de begane grond een vooruitspringend poortgebouwtje als portaal; een hoefijzerboog met geprofileerd beloop op composiete, vrijstaande zuilen onder een vlak fronton met decoratieve reliëfversiering, onderbroken in het midden voor een gevelsteen. Twee flankerende, achtkantige, torenvormige muurpartijen met hangende nissen en monumentale bekronende bollen. De benedenverdieping van de beide hoektorens zijn elk geopend door twee hoge gekoppelde rondboogvensters geplaatst in een driepas en afgesloten door brandglas.
In de Schildersstraat, rechts naast nummer 12, de achtergevel van de Synagoge. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel van zes traveeën en twee bouwlagen met dubbelhuisopstand uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Op de benedenverdieping met hoge hardstenen plint, een rechthoekige vleugeldeur met hardstenen geprofileerde omlijsting en per twee en drie gekoppelde smalle boogvensters, gevat in een arduinen geprofileerde lijst; zes rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijstingen met gestrekte waterlijsten. Geprofileerde houten kroonlijst op klossen. Merkwaardig zijn de zes zespuntige sterren aangebracht op de puilijst.
Interieur. Drie beuken van vijf traveeën verdeeld door slanke colonnetten; in het bovenregister hoefijzerbogen en tribunes. Vlakke zoldering met stucwerk in moreske. Westelijke gevel met roosvenster en tribune onder brede hoefijzerboog. Oostelijke partij met halfronde apsis en brede hoefijzerboog, waarin de "torra" onder koepel met flankerende minaretten. Luchters met brandglas, waarop de dierenriem.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Synagoge Shomre Hadass [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6324 (geraadpleegd op ).