De drie burgerhuizen op nummers 39-43 hebben een eclectisch, veelkleurig parement. Daardoor zorgen ze mee voor het typische straatbeeld van de De Vrièrestraat, dat bepaald wordt door een afwisseling van witte, vrij standaard afgewerkte neoclassicistische gevels met eclectische woningen met veelkleurige gevels.
Nummer 39, een woning van twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, werd ontworpen in 1900 door architect G. Van Oenen, voor eigen rekening. De woning kreeg een eclectische lijstgevel met een parement van witte gevelsteen, verlevendigd met kleurige banden. Het pronkstuk van deze gevel, de houten erker met bekronend balkon, is vervangen. Gevelbeëindiging van de venstertravee is iets anders uitgevoerd dan op het plan: in plaats van een fries kwamen twee versierde boogvelden boven de vensters.
De woningen op nummers 41-43 zijn waarschijnlijk ook door G. Van Oenen ontworpen, eveneens voor eigen rekening. Het bouwdossier dat we op basis van de vermelde locatie (lot 6 bis loten 4 en 5) aan deze woningen konden koppelen, laat ons echter twee woningen zien met neoclassicistische lijstgevels. Het gebeurt vaker dat bij uitvoering voor een ander parement werd gekozen; de opbouw van de gevels volgt wel het plan. De huizen zijn ontworpen als samenstel, waarbij de opbouw en afwerking van beide lijstgevels sterk gelijkend, maar niet identiek is; nummer 43 is ook iets hoger. De parementen bestaan uit witte baksteen met veelkleurige banden. De gevels worden door een fraaie houten erker gekenmerkt. Versierde muurvelden, getoogde en rechthoekige muuropeningen met ornamentiek als frontons en veelkleurige ontlastingsbogen.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1900 # 157 (39), 1898 # 200 (41-43).