In 1910 laat J. De Haeck een "fabriek voor het brouwen van sterke dranken" oprichten in de Edward Pecherstraat. De fabriek, met opslagplaatsen, stokerij, paardenstallen en appartementen op de verdiepingen werd ontworpen door Emile Vereecken, samen met een burgerwoning op het achterliggende perceel uitgevend op de Lambermontplaats nummer 32-33, wellicht de eigen woning van de brouwer.

Rode baksteenbouw van negen traveeën en vier bouwlagen onder plat dak. Lijstgevel met rood bakstenen parement met speklagen; begane grond met rechthoekige poort- en deuropeningen en rondboogvensters met veelkleurige rollaag in geglazuurde baksteen; de verdiepingen hebben rechthoekige en getoogde vensters. Centraal een poortdoorgang naar de bedrijfsruimtes en in de zesde en de twee uiterste traveeën een deur naar de trappenhuizen voor de bovenliggende appartementen. De deurtraveeën verdelen de lange gevel in drie door het verticaliserende effect van de telkens een halve verdieping verspringende vensteropeningen voor de trappenhuizen.

Achter de overbouwde doorgang (poort) bevindt zich een binnenkoer, overdekt met een beglaasd schilddak op metalen vakwerkspanten, met volledig beglaasde achtergevel. Aan weerszijden tweelaagse bedrijfsgebouwen van verschillende bouwhoogte, rechts met rechthoekige openingen (onder houten latei of I-balk als latei), links met getoogde openingen; hardstenen dorpels. Houten gaanderij, geconstrueerd met moerbouten met vierkante kop, in tweede bouwlaag. In interieur: vlakke betonvloeren op betonnen balken; rechts resten van de voormalige paardenstallen, met binnenmuren bezet met geglazuurde tegels op hardstenen plint. Achter het hoofdgebouw, een apart volume voor flessenmagazijn en stokerij, uitgevend op de koer van de meergezinswoning op de Lambermontplaats nummer 32-33.

Voormalige drukkerij (begin 20ste eeuw), sedert 1950 magazijn van een drankenhandel. Aan de straatzijde eenheidsbebouwing van drie beschilderde bakstenen lijstgevels (nummers 23, 25-27, 29) van drie traveeën elk en vier bouwlagen; rondboog-, rechthoekige en segmentboogvensters, lager geplaatst in de traptravee. Centrale rechthoekige poort onder ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten.

Achter overbouwde doorgang (poort) bevindt zich een overdekte binnenkoer (beglaasd schilddak op metalen vakwerkspanten) met volledig beglaasde achtergevel (ten oosten). Aan weerszijden tweelaagse bedrijfsgebouwen (van verschillende bouwhoogte), rechts met rechthoekige openingen (onder houten latei of I-balk als latei), links met getoogde openingen; hardstenen dorpels. Houten gaanderij (nog geconstrueerd met moerbouten met vierkante kop) in tweede bouwlaag.

In interieur: vlakke betonvloeren op betonnen balken; rechts resten van voormalige paardenstallen, met binnenmuren bezet met geglazuurde tegels op hardstenen plint.