De percelen in dit deel van de straat worden verkaveld in 1877, in het kader van de verkaveling van de nieuwe wijk het Zuid. In 1883 wordt op deze plaats een groot, breed perceel getrokken, waarvan telkens een smal perceel wordt afgesneden voor de bouw van een huis. Het perceel van deze woning werd gevormd en bebouwd in 1902 en bestond uit een voorhuis en een groot achterhuis, waartussen zich een kleine koer bevond. De woning werd opgetrokken voor rekening van ornemanist Jozef Karel Verstappen-Uytterhoeven, zelf wonende in de Leopold de Waelstraat. Deze man was een belangrijk investeerder in de Zuidwijk en nam onder meer het initiatief tot de bouw van de Hippodroom tegenover het Museum voor Schone Kunsten. Het lijkt er op dat hij het pand ook zelf heeft ontworpen en uitgevoerd. De woning brandde af in 1914 en werd nog datzelfde jaar hersteld. Het bouwdossier dat F. Wagemans voor Verstappen opmaakte, vermeldt “het roosteren in hout met bijbouwing van een 3de verdiep met plat dak”.
Neoclassicistisch burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder leien pseudo-mansardedak met drie getoogde houten dakvensters. De verdieping onder het mansardedak is een toevoeging van 1914-1915; voordien had de woning een zadeldak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel is volgens de neoclassicistische conventies afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen, een hardstenen plint, imitatievoegen, kordons en doorlopende onderdorpels, regelmatige geplaatste rechthoekige en segmentbogige muuropeningen. De begane grond telt vier traveeën, met links een poort en rechts de voordeur; deze bouwlaag is bekroond door een meanderfries en een brede puilijst. De tweede en derde travee zijn samen als risaliet uitgewerkt. Op de begane grond rechthoekige muuropeningen, op de verdiepingen segmentbogige vensters in brede geriemde omlijsting met oren en sluitsteen uitgewerkt als masker of cartouche. Borstweringen van tweede en derde bouwlaag respectievelijk opgehoogd met blinde balustrade en versierd paneel.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2012: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/140113 (geraadpleegd op ).
Neoclassicistisch breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak (leien) waarin drie dakkapellen; te dateren laatste kwart 19de eeuw. Bepleisterde, witgeschilderde lijstgevel op hoge sokkel van arduin; imitatievoegen. Tweede en derde travee uitgewerkt als risaliet. Begane grond van vier traveeën afgesloten met meanderfries en brede gekorniste puilijst.
Segmentboogvormige bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en masceron-, krul- of cartouchevormige sleutels. Borstweringen van tweede en derde bouwlaag respectievelijk opgehoogd met blinde balustrade en versierd paneel. Beëindiging met gelede architraaf, vlak fries, tandlijst en houten kroonlijst op klossen.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6341 (geraadpleegd op ).