Deze opvallende panden werden rond 1901 gebouwd voor rekening van beeldhouwer en "ornemaniste" J. Verstappen. Het bedrijf van Verstappen was gespecialiseerd in "moulures en bois enduites de carton-pierre" en was daarmee zeer actief op het Zuid: Verstappen kleedde onder meer de 24 zalen op de eerste verdieping van het vlakbij gelegen Museum voor Schone Kunsten aan en zorgde voor de aankleding van verschillende paviljoenen op de Wereldtentoonstelling die in 1884 op het Zuid was doorgegaan. Ook was hij initiatiefnemer voor de hippodroom die tot in 1972 op de Leopold De Waelplaats een visuele tegenhanger vormde voor het Museum voor Schone Kunsten.
Verstappen liet in de Leopold De Waelstraat een monumentaal, eclectisch ensemble bouwen van een rentenierswoning (nr. 18) en twee winkelhuizen met appartementen boven. De expressieve, rijk aangeklede gevels passen uitstekend bij zijn beroep en zijn ook een zeer goed voorbeeld van de statige burgerlijke architectuur die de as tussen het museum en het voormalige Zuidstation typeert.
De rentenierswoning op nummer 18 kreeg oorspronkelijk een opvallende neorenaissancistische geveltop, die bij verbouwingen in 1955 werd vervangen door een extra verdieping met lijstgevel en plat dak. De grote, volplastische hermenfiguren op de tweede bouwlaag dragen nog de exuberantie sfeer van de gevel uit. Het is een enkelhuis van drie traveeën en vier bouwlagen, oorspronkelijk onder zadeldak, sinds de verhoging onder plat dak. De gevel was oorspronkelijk een topgevel; het bepleisterde en beschilderde parement draagt ornamentiek uit neoclassicisme en neorenaissance. Benedenverdieping met imitatievoegen, op de verdiepingen is de centrale travee geaccentueerd door brede balkons op consoles, op de tweede bouwlaag geflankeerd door twee monumentale hermenfiguren. Voorts rechthoekige vensters op doorlopende dorpels en balustrades tussen composiete pilasters.
Nummers 20 en 22 zijn panden met winkels op de begane grond en appartementen op de verdiepingen. De twee panden van drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak (pannen) zijn als één geheel uitgewerkt. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in een neoclassicistische stijl, verticaal geritmeerd door het uitgesproken middenrisaliet. Centrale, brede poortdoorgang met links en rechts een winkelpui met geïncorporeerde winkeldeur. Boven de brede rondboogdeur is een balkon op gekoppelde consoles met flankerende Korinthische zuilen aangebracht. Over de twee hoogste verdiepingen lopen composiete pilasters, waarop het hoofdgestel met driehoekig fronton rust. Verder horizontale gevelindeling door middel van doorlopende kordons, balustrades, en lekdrempels. Rechthoekige muuropeningen op tweede en derde bouwlaag, rondbogige gekoppelde bovenvensters.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1901 # 139, 18 # 34410.