Dit complex van burgerwoning, kantoorgebouw, stallingen en opslagplaatsen werd gerealiseerd rond 1892 voor rekening van Ferdinand Delanghe, een handelaar uit Lille naar een ontwerp van aannemer F. Masson. Masson was een zeer actieve aannemer op het Zuid, die voor eigen rekening investeerde in vastgoed, maar ook projecten ontwierp en realiseerde voor anderen. Typerend voor Masson is de combinatie van neoclassicisme met een kleurrijk eclectische bouwstijl.
Het complex van Delanghe neemt een ruim bouwblok in beslag op de hoek van de Namenstraat met de Vlaamsekaai. Het pand ligt aan de rand van het Zuid, op een zeer centrale plaats voor transport en handel. Gelegen vlakbij het Zuidstation en het goederenstation, vlakbij de Zuiderdokken en de Scheldekaaien, deed Delanghe een strategische keuze bij de aankoop van dit perceel.
Aan de straatkant, twee neoclassicistische panden van drie bouwlagen en respectievelijk drie en vier traveeën onder zadeldaken. De linker woning liet hij bouwen als zijn eigen woonst. Het rechter pand, getypeerd door een fraaie, twee traveeën brede poortopening, werd gebruikt als kantoorgebouw en als doorgang naar de achterliggende opslagplaatsen. Beide panden zijn als ensemble uitgewerkt, met bepleisterde, beschilderde lijstgevel, horizontaal geordonneerd met kordon vormende lekdrempels en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst. De gevels zijn doorheen de tijd van hun reliëfwerking ontdaan; oorspronkelijk waren ze voorzien van imitatievoegen op de begane grond, vensteromlijstingen met sluitstukken, geblokte pilasters die de poortrisaliet accentueren en waarvan enkel de kapitelen zijn bewaard. Rechthoekige vensters; poorttravee geflankeerd door Ionische pilasters en bekroond met driehoekig fronton op aansluitende gekoppelde consoles.
De ruimte achter de toegangspoort bestaat uit een lange beglaasde laad- en losgang, met een opmerkelijke gietijzeren spantconstructie met fraaie versieringen, constructief aansluitend bij het Marcelis-systeem. Links van deze doorgang zijn vijf aansluitende panden onder zadeldaken met Vlaamse pannen gebouwd. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen, in een eclectische bouwstijl. De gebouwen waren bedoeld als paardenstallen, met stapelruimtes op de verdiepingen. Interieur met vloeren opgebouwd uit troggewelven tussen ijzeren I-balken.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2012: Bedrijfsgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143787 (geraadpleegd op ).
Expeditiebedrijf Van Haelst. Dubbelhuis van zeven traveeën, drie bouwlagen en zadeldak. Te dateren eind 19de eeuw. Bepleisterde, beschilderde lijstgevel, horizontaal geordonneerd met kordon vormende lekdrempels en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst; rechthoekige vensters; poorttravee geflankeerd door Ionische pilasters en bekroond met driehoekig fronton op aansluitende gekoppelde consoles.
De ruimte achter de toegangspoort bestaat uit een beglaasde lange laad- en losgang, met een opmerkelijk gietijzeren spantconstructie, welke - alhoewel meer decoratief uitgewerkt - constructief aansluit bij het Marcelis-systeem.
Links van deze doorgang: stapelruimten onder aanleunende zadeldaken (Vlaamse pannen); interieur met vloeren opgebouwd uit troggewelven tussen ijzeren I-balken.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Bedrijfsgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6357 (geraadpleegd op ).