De Noordnatie is een samenstel van twee pakhuizen in neo-Vlaamserenaissance-stijl, samen zes traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. De panden werden rond 1886-1887 opgetrokken voor Pierre François Janssens naar ontwerp van architect Fr. Van Dijk. Aannemer E. Hargot voerde de werken uit. De gebouwen zijn geschikt rond een kleine, voorheen gekasseide, doch heden geasfalteerde binnenkoer. In 1908 werden in de Luik- en de Wapenstraat twee magazijnen gebouwd, aansluitend bij de bestaande gebouwen van de Noordnatie.
Het rechter pand (25-26) werd het eerst gebouwd, naar een bouwaanvraag uit 1886. Daarin vraagt Janssens de toestemming om een huis te bouwen met bureaus, opslagplaatsen, stallen voor drie paarden en aanhorigheden. Het bedrijf Janssens et Fils dreef er handel in vers en gedroogd fruit en aardappelen en vanaf 1905 werd er een fabriek in haverbrood en geconfijt fruit ingericht. Het pand telt vier traveeën en heeft een rode bakstenen lijstgevel met speklagen, houten kroonlijst op klossen en hardstenen plint. De rechter helft van het pand, waarin zich wellicht de woning van de opdrachtgever bevond, is geaccentueerd met een in- en uitzwenkende topgevel met pinakels en topstukken, een drielicht op de bovenverdieping met een driezijdig balkon op een lange, natuurstenen console met wortelmotief, dat tussen de vensters op de tweede bouwlaag verder loopt. In de linker helft van de woning bevindt zich in de linkertravee de segmentbogige poortdoorgang naar de binnenkoer met magazijnen. Oorspronkelijk bevond zich een erker boven deze poort. Verder eenvoudige rechthoekige vensteropeningen onder rechte latei en met bakstenen ontlastingsboog.
Voor het linker pakhuis (27) werd in 1887 een bouwdossier ingediend, met een voorbouw met een gevel in aansluitende stijl. Het pand heeft een rode bakstenen lijstgevel met speklagen, een houten kroonlijst op uitgewerkte klossen en een hardstenen plint. De geaccentueerde, segmentbogige, verdiepte middenpartij is verhoogd met een neo-Vlaamse renaissance in- en uitzwenkende top met vleugelstukken en fronton. Op de begane grond een centrale segmentbogige poortdoorgang in bewerkte natuurstenen omlijsting, oorspronkelijk geflankeerd door gekoppelde getraliede vensters, nu gewijzigd in rechthoekige vensterdeuren. De bovenvensters zijn segmentbogig (tweede bouwlaag) en rechthoekig met een rondbogig boogveld (derde bouwlaag). De gevel is verder versierd met smeedijzeren sierankers en een centrale cartouche waarop oorspronkelijk het opschrift "MAGAZYN". Haaks op dit voorgebouw, een brede opslagplaats onder half schilddak.
Interieur der gebouwen (beschrijving volgens plaatsbezoek anno 1979): Ten zuiden en ten westen van de binnenkoer met houten kinderbalkjes op zware ijzeren I-balk als moerbalk. Gietijzeren zuilen met aangegoten uitkragende kopplaat en doorheen de balklagen lopend tussenstuk, welk bevestigd is in een kolomvoet op de hoger gelegen verdieping. De moerbalken zijn door een metalen band aan elkaar en rond het tussenstuk der kolommen bevestigd (met moerbouten met vierkante kop); boven elke kolom, en op dezelfde wijze rond het tussenstuk bevestigd, werd op de moerbalk een ijzeren I-balk aangebracht ter vervanging van een kinderbalkje. Dak op ijzeren Polonceauspant, met I-balken als spantbenen: constructief interessant voor de wijze waarop de spanten van twee op elkaar staande zadeldaken in elkaar verwerkt werden.
Het oorspronkelijk gedeelte loopt ten westen door in twee aanbouwtjes, welke vroeger als rookeesten moeten gediend hebben. Tussen beide, aanleunend aan en doorlopend in de begane grond van het hoofdgebouw: beglaasd gedeelte van één bouwlaag, met houten kinderbalkjes op ijzeren I-balken. Laatstgenoemde doorlopend onder hoofdgebouw en rustend op gietijzeren kolommen met aan schacht aangegoten ribben, voor bevestiging van verplaatsbare schotten; kolommen met bouten bevestigd op hardstenen sokkel. Ten noorden van de binnenkoer, en met onderdoorgang naar Wapenstraat: vleugel uit ca. 1910-20 (betonskelet met bakstenen buitengevels).
Noordgedeelte opgetrokken door vlakke betonvloeren, rustend op kwadraterende, met ezelsoren afgeschuinde betonnen moerbalken, op betonnen kolommen. Voor dit hoofdgebouw, en ermee verbonden door een gesloten loopbrug: gebouw van twee verdiepingen met in interieur zeer zware constructie met geklonken liggers, op geklonken I-vormige kolommen; in muurpartijen rustend op omvangrijke uit plaatijzer en I-profielen samengestelde (geklonken) "console".
Auteurs: Plomteux, Greet; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Hooft E. 2012: Noordnatie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141570 (geraadpleegd op ).
Noordnatie, heden (1979) carwash. Samenstel van twee pakhuizen, samen zes traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (roofing); neo-Vlaamserenaissance-stijl te dateren 1887. Lijstgevels met parement van bak- en natuursteen op hoge sokkel van arduin, versierd met muurankers.
Linkergevel met geaccentueerde, segmentbogig verdiepte middenpartij verhoogd met in- en uitgezwenkte top met vleugelstukken en fronton. Begane grond met segmentboogpoort in bewerkte natuurstenen omlijsting en flankerende, gekoppelde getraliede vensters; rechthoekige en segmentbogige bovenvensters.
Rechtergevel met uitgewerkte travee rechts: driezijdig balkon met drielicht van de derde bouwlaag en in- en uitgezwenkte top met pinakels en topstukken. Eenvoudige muuropeningen met uitstekende latei van natuursteen.
Gebouwen geschikt rond kleine voorheen gekasseide, doch heden geasfalteerde binnenkoer.
Interieur der gebouwen ten zuiden en ten westen van de binnenkoer met houten kinderbalkjes op zware ijzeren I-balk als moerbalk. Gietijzeren zuilen met aangegoten uitkragende kopplaat en doorheen de balklagen lopend tussenstuk, welk bevestigd is in een kolomvoet op de hoger gelegen verdieping. De moerbalken zijn door een metalen band aan elkaar en rond het tussenstuk der kolommen bevestigd (met moerbouten met vierkante kop); boven elke kolom, en op dezelfde wijze rond het tussenstuk bevestigd, werd op de moerbalk een ijzeren I-balk aangebracht ter vervanging van een kinderbalkje. Dak op ijzeren Polonceauspant, met I-balken als spantbenen: constructief interessant voor de wijze waarop de spanten van twee op elkaar staande zadeldaken in elkaar verwerkt werden.
Het oorspronkelijk gedeelte loopt ten westen door in twee aanbouwtjes, welke vroeger als rookeesten moeten gediend hebben. Tussen beide, aanleunend aan en doorlopend in de begane grond van het hoofdgebouw: beglaasd gedeelte van één bouwlaag, met houten kinderbalkjes op ijzeren I-balken. Laatstgenoemde doorlopend onder hoofdgebouw en rustend op gietijzeren kolommen met aan schacht aangegoten ribben, voor bevestiging van verplaatsbare schotten; kolommen met bouten bevestigd op hardstenen sokkel.
Ten noorden van de binnenkoer, en met onderdoorgang naar Wapenstraat: vleugel uit 1910-20 (betonskelet met bakstenen buitengevels).
Noordgedeelte opgetrokken door vlakke betonvloeren, rustend op kwadraterende, met ezelsoren afgeschuinde betonnen moerbalken, op betonnen kolommen.
Voor dit hoofdgebouw, en ermee verbonden door een gesloten loopbrug: gebouw van twee verdiepingen met in interieur zeer zware constructie met geklonken liggers, op geklonken I-vormige kolommen; in muurpartijen rustend op omvangrijke uit plaatijzer en I-profielen samengestelde (geklonken) "console".
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Noordnatie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6377 (geraadpleegd op ).