Teksten van Villa in cottagestijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6384

Villa in cottagestijl ()

Historiek en context

Villa in cottagestijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer-bouwmeester Gerard Kloppers, naar een ontwerp uit 1923. Kloppers, een lokale bouwondernemer en vastgoedpromotor van Nederlandse origine gevestigd in de Berkenlaan, beschikte over een aaneengesloten reeks bouwpercelen aan de pare zijde van de Acacialaan, die op één na het volledige bouwblok tussen Della Faillelaan en Berkenlaan besloeg. Hierop bouwde hij tussen 1921 en 1924 acht landhuizen van verschillende grootte, en drie gekoppelde meergezinswoningen, vermoedelijk bestemd voor verkoop 'sleutel-op-de-deur'. Van de landhuizen zijn er nog vier andere gaaf bewaard, de nummers 30, 34, 38 en 44, twee werden onherkenbaar verbouwd (nummers 32 en 42) en één is gesloopt (voorheen nummer 40). Ook op andere plaatsen in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", zoals de Ahornenlaan, de Berkenlaan, de Cederlaan en de Varenlaan, realiseerde Kloppers meerdere landhuizen en meergezinswoningen. In Antwerpen en dan met name Wilrijk, lijkt hij met dit soort vastgoedprojecten actief te zijn geweest van kort na de Eerste Wereldoorlog tot begin jaren 1930.

De woning is een gaaf en representatief voorbeeld van de door Gerard Kloppers geproduceerde architectuur in cottagestijl, die zich onderscheidt door een informeel en pittoresk opzet. Belangrijkste kenmerken zijn de materiaalpolychromie van bak- en natuursteen in combinatie met stijl- en regelwerk, het plastische karakter van de ogenschijnlijk organisch gegroeide volumes met complexe dakconstructies, aangevuld met levendige details als luifels, bow-windows, erkers, loggia's, dakkapellen en schoorstenen. Van de reeks landhuizen in de Acacialaan behoort deze woning tot de grotere types, vergelijkbaar met de de cottagevilla op nummer 30, die uit 1924 dateert.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel, met een quasi rechthoekige plattegrond van vier traveeën breed, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een complex, overkragend, mank zadeldak. De constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, schaars verwerkt met witte natuursteen voor hoekblokken en lateien, met gebruik van houtbouw en bepleistering in de bovenbouw, en pannen als dakbedekking. De asymmetrische opbouw van de villa beantwoordt aan het pittoreske streven van dit type landhuisbouw, maar weerspiegelt evenzeer de functionele indeling van het interieur. Naast de dominante dakconstructie en de hoog oprijzende schoorstenen, wordt het karakter vooral bepaald door de voorgevel, een brede, manke puntgevel met een tweeledige, door windborden omlijste top in stijl- en regelwerk, overkragend op korbeeltjes. Rechts wordt het terugwijkende inkomportaal beschermd door een houten luifel. De westelijke zij- en de achtergevel worden elk gemarkeerd door een sterk geprononceerd zijrisaliet met puntgevel, eveneens voorzien van stijl- en regelwerk in de top. Informeel van opzet, bestaat de ordonnantie uit uiteenlopende venstervormen, met vernieuwd schrijnwerk; de rechthoekige, gelijkvloerse erker van de voorgevel is mogelijk een latere aanpassing. Het sierlijke smeedijzeren voortuinhek is bewaard; de garage met puntgevel, korfboogpoort en zadeldak dateert uit 1928.

De plattegrond is georganiseerd rond de centraal ingeplante traphal, waarin het inkomportaal is geïntegreerd. Volgens de bouwplannen wordt de begane grond aan straatzijde ingenomen door de zuidelijk georiënteerde suite van zitkamer en salon. Aan de westzijde van de traphal paalt de eetkamer, die met een overdekt terras uitgeeft op de tuin, geflankeerd door de keuken met pomphuis en dienstingang. De bovenverdieping omvat drie slaapkamers, een badkamer, berging en terras. Het dakniveau, bereikbaar via een aparte trap, herbergt vermoedelijk een gastenkamer, mansardes en zolders. De woning onderging in 1939 een beperkte inwendige verbouwing en uitbreiding, waarbij de oorspronkelijk overdekte terrassen in voor- en achtergevel werden gedicht en geïntegreerd of overbouwd.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1923#15270, 1927#26239, 1928#32072, 18#13224 en 238#5616, 1923#16161 (nummer 32), 238#781 (nummer 40), 238#771 (nummer 42).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2014: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/156557 (geraadpleegd op ).


Landhuis in cottagestijl ()

Nummer 36. Landhuis van twee bouwlagen onder overkragend mank zadeldak (mechanische pannen, nok loodrecht op de straat) in cottagestijl, van omstreeks 1930. Ongelijkzijdige bakstenen puntgevel met pseudo-vakwerk en rechts uitbouw met balkon; rechthoekige vensters onder brede witgeschilderde latei. Westelijke zijgevel met puntvormige verhoging onder zadeldak loodrecht op de hoofdbedaking.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6384 (geraadpleegd op ).