Burgerhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamserenaissance-inslag, gebouwd in opdracht van de heer J.A. van Dijk, naar een ontwerp door Jan De Vroey uit 1898. Het gebouw, sterk verwant met een woning uit 1899 in de Terlinckstraat te Berchem, behoort tot het vroege oeuvre van de architect, wiens loopbaan midden jaren 1890 van start was gegaan. In deze periode bediende hij zich voor zijn residentiële architectuur zowel van het conventionele neoclassicisme, het eclecticisme, als de art nouveau. Kort vóór de Eerste Wereldoorlog bracht De Vroey de neogotische Sint-Hubertuskerk te Berchem tot stand. Actief tot zijn overlijden in 1935, ontwierp hij tijdens het interbellum zowel in de klassieke beaux-artsstijl, als de meer eigentijdse art deco.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, de ontlastingsbogen en de mozaïeken van boogveld, borstwering en fries geaccentueerd door gele en zwarte baksteen. Witte natuursteen is gebruik voor speklagen, sluit- en kraagstenen, consoles, de deuromlijsting, het balkon en een vensterpost, en blauwe hardsteen voor de plint. Asymmetrisch van opzet en geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt halverwege de bovenbouw gemarkeerd door overhoekse fialen op kraagstenen, aansluitend bij de consoles van de kroonlijst, op de eerste verdieping door een deurvenster met boogveld, balkon en doorgetrokken balustrade, en op de tweede verdieping door een rondboogtweelicht met wortelpilaster. De rechthoekige inkomdeur is vanaf de imposten gevat in een geriemde omlijsting; de vensters zijn achtereenvolgens getoogd, rechthoekig en rondbogig. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk en de voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1898#1307.