Historiek en context

Voormalige jongensschool, bestaande uit een nagenoeg rechthoekig gebouw aan de straatzijde (gesloopt en vervangen door nieuwbouw in 2005) en een V-vormige binnenplaats met aansluitende gebouwen aan lange zijden en punt. In 1882 werd door het stadsbestuur een groot herenhuis, de latere woning voor het schoolhoofd aangekocht; op de uitgebreide hovingen werden in 1884 klaslokalen en een turnzaal opgericht, naar een ontwerp van stadsingenieur Gustave Royers uit 1883. Aannemer van de werken was Jean Hubert Bolsée.

Gustave Royers, die in 1875 is dienst trad bij de stad Antwerpen, stond van 1888 tot 1907 als hoofdingenieur-directeur aan het hoofd van de dienst Werken. In die functie volgde hij Pieter Dens op als stadsbouwmeester. Jongensschool 14 behoort tot zijn vroegse bouwkundige opdrachten. Hierop volgden uiteenlopende realisaties als de oranjerie van de Kruidtuin uit 1883, de brandweerkazerne uit 1885 aan het Kipdorp, de vismijn uit 1891 in de Scheldestraat, de Schippersbeurs uit 1894 in de Lange Nieuwstraat, een twaalftal stadsscholen waaronder de Stedelijke Nijverheidsschool in de Rodestraat de lagere school op het Stuivenbergplein beide uit 1898, en de ambtswoning van de hoofdhavenmeester uit 1899 aan de Oudeleeuwenrui. Van historische betekenis was het aandeel van Royers in de waterbouwkundige aanleg van de Antwerpse haven tijdens zijn ambtsperiode, met het graven van het Lefebvredok, het Amerikadok, het Eerste Havendok en de bouw van de Royerssluis.

Architectuur

Verdwenen voorgebouw van vier traveeën en drie bouwlagen met mezzanino en zadeldak. Enkelhuis met bepleisterde, beschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl. Uiterst links, risalietvormende travee, met hoge rondboogpoort, balkon en deurvenster in entablement. Voorts rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op de bel-etage met fraaie ijzeren leuning. Gang met neoclassicistisch stucwerkdecor; marmeren gedenkplaat van 1932 ter herinnering aan het vijftigjarig bestaan van de school. Voorplaats rechts met behouden stucplafond met verschillende portretten. De rest van het interieur is aangepast.

Achtergebouw bestaande uit twee symmetrische, naar elkaar toelopende vleugels van elk vier traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (bitumen) en een haaks geplaatste turnzaal onder zadeldak in de hoek; laatstgenoemde met datering 1884 boven de ingang. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels op arduinen sokkel; markerende pilasters. Risalietvormende ingangs- en traptravee met rondboogdeur in geprofileerde omlijsting. Rechthoekige gekoppelde vensters met arduinen tussenstijlen. Oorspronkelijke ijzeren roedeverdeling. Beide vleugels omvatten drie klaslokalen in enfilade per verdieping, ontsloten door een traphal.

Turnzaal voorafgegaan door portiek van drie rondbogen op arduinen pijlers. Rechthoekige zaal met halfronde apsis. Dakconstructie met opengewerkte houten spanten op moerbalken met bewerkte consoles. Markerende lisenen onder hoog geplaatste rechthoekige vensters.