Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Edmond Itschert, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1907 (inscriptie). De ingediende bouwplannen in neorococostijl werden niet gevolgd, maar vereenvoudigd tot een gevelontwerp met klassieke inslag.
Het hotel Itschert is representatief voor het oeuvre van Jacques De Weerdt uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde De Weerdt alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, overwegend in art-nouveau- of neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Deze architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Veeleer geïnspireerd door de klassieke Lodewijk XVI-stijl, is het hotel Itschert verwant met het hotel Vermeiren uit 1911-1912 aan de Helenalei. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De statige lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de brede puilijst, bestaat de opstand uit een geboste begane grond en een rijzige bovenbouw. Daarbij legt de compositie de klemtoon op de middenas, die op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met balustrade en een driehoekig fronton met cartouche, beide op consoles, en op de tweede verdieping door een entablement. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdieping met geriemde omlijsting, geprofileerde lekdrempel, een klassieke sluitsteen of schelpornament. De borstwering van de tweede verdieping is versierd met rankwerkmedaillons en guirlandes. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, panelenfries en houten kroonlijst en tandlijst op klossen en uitgelengde maskerkopconsoles, vormt de gevelbeëindiging. Het gevernist houten schrijnwerk van de fraai bewerkte inkomdeur en vensters, met kleine roeden in het bovenlicht, is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en de gietijzeren voetschraper.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179436 (geraadpleegd op ).
Nummer 64. Enkelhuis van 1907, drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok parallel met straat), getekend J. De Weerdt in gevelsteen. Lijstgevel met parement van witte steen; geaccentueerde middentravee met balkon en deurvenster met fronton. Neo-Lodewijk XVI-decoratie van balkon, borstweringen en omlijsting van de bovenvensters. Verder "klassiek" uitgewerkt.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6432 (geraadpleegd op ).