Burgerhuis in cottagestijl gebouwd in opdracht van de kunstschilder Alfred Van Neste, naar een ontwerp door architect Walter Van Kuyck uit 1905. Alfred Joseph Van Neste (1874-1969), geboren in Brugge en leerling van zijn oom Florimond Van Acker, studeerde verder aan de Academie van Antwerpen, waar hij later tot docent werd benoemd. Als landschapsschilder en etser legde hij zich vooral toe op pittoreske stadsgezichten in Brugge en Antwerpen. Daarnaast maakte hij naam als boekillustrator, waaronder de jubileumuitgave (1912) van De Leeuw van Vlaanderen door Hendrik Conscience, en als ontwerper van affiches, boekbanden, postzegels, praalwagens en kostuums. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde hij zich in Ukkel.

Gelijktijdig ontworpen en opgetrokken met de aanpalende woning Janssens en de eigen woning van Walter Van Kuyck in de Jan Blockxstraat, behoort de kunstenaarswoning Van Neste tot het vroege oeuvre van de architect, die in 1901 debuteerde met het neotraditionele "In Het Huwelijksbootje" aan de Grote Markt. Van Kuyck, die vóór de Eerste Wereldoorlog eveneens architectuur in een gematigde art nouveau en in beaux-artsstijl ontwierp, bleef de cottagestijl toepassen voor stadsvilla’s en landhuizen tot diep in de jaren 1920.

Samengesteld uit een halfopen voorbouw en een geschrankte achterbouw, telt de rijwoning twee bouwlagen onder een complex zadeldak (pannen). De voorgevel, opgevat als een manke puntgevel van twee ongelijke traveeën, is opgetrokken in sobere baksteenbouw met speklagen en hoekblokken in natuursteen, op een plint in arduin. Bepalend voor het cottagekarakter is de houten geveltop in stijl- en regelwerk, met windborden en een ingekort topstuk. Verder legt de asymmetrische compositie de klemtoon op de brede zijtravee, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Een rechthoekige houten erker met een typisch leien afdak markeert de bovenverdieping. Ontworpen met een open rondboogloggia als hoekportaal, werd vermoedelijk nog tijdens de bouw van de ingediende plannen afgeweken. Aanvankelijk was links van de woning namelijk een open zijgang tot aan de achterbouw voorzien, die werd dichtgebouwd. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters bleef behouden, inclusief de glas-in-loodraampjes met bloemmotieven in de bovenlichten van de eerste verdieping.

De plattegrond volgt vermoedelijk de klassiek typologie van het burgerhuis, georganiseerd rond het centrale trappenhuis. Mogelijk bevindt het vroegere schildersatelier zich in de achterbouw, die wordt gekenmerkt door een laag aflopende bedaking.