Burgerhuis in gematigde art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van ingenieur Alphonse De Vigne, naar een ontwerp door de Brusselse architect Pierre Heine uit 1911.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een mansardedak (kunstleien). De lijstgevel heeft een verzorgd parement met een decoratief metselverband in gele en rode baksteen, ruim verwerkt met arduin voor de dorpels, posten en hoekblokken van de muuropeningen, op een plint in roze breuksteen. Asymmetrisch van opbouw legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee, die boven de kroonlijst doorloopt in een groot dakvenster met een gebogen waterlijst tussen postamenten. Deze laatste worden in de bouwplannen extra bekroond door bewerkte topstukken in mijterboogvorm. In overeenstemming met de opdeling in hoofd en nevenruimten van het interieur, markeert een oplopende driezijdige erker de lage begane grond en de bel-etage, waarbij een balkon en hogerop drielichten aansluiten. Typisch is de overspanning van de deur en vensters, voorts tweelichten, met een gestrekte latei en ontlastingsbogen. Het profiel en het groefwerk van deze arduinen onderdelen bepaalt mee het discrete art-nouveaukarakter van de gevel, net als het smeedijzer van de balkonborstwering en het traliewerk. Het houten schrijnwerk van de vensters en de fraaie deur bleven behouden, in tegenstelling tot het voortuinhek dat werd verwijderd voor de inbreng van een garage. Merkwaardig is de structuur van de achtergevel, met gevelbrede houten loggia’s over de twee bovenverdiepingen, beschermd door het aflopende dakvlak.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, georganiseerd rond de traphal met bovenlicht. Behalve de vestibule bood de begane grond oorspronkelijk ruimte aan de spreekkamer, de speelkamer en de keuken met keukenlift. Volgens de bouwplannen neemt een doorlopende suite van salon en eetkamer met het aanpalende kantoor de bel-etage in. Op de tweede verdieping bevinden zich twee grote slaapkamers, twee zijkamertjes en de badkamer, en op het dakniveau een derde slaapkamer, een 'cabinet de toilette', een meidenkamer en de zolder.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Burgerhuis in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/139392 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak (leien), te dateren circa 1910. Gele bakstenen lijstgevel met gebruik van natuursteen en breukstenen plint. Hoger opgaande venstertravee met driezijdige erker en aansluitend balkon. Smeedwerk van balkonleuning, deur en benedenvenster, tussenstijlen der gekoppelde vensters en metalen daklijstconsoles uitgevoerd in art nouveau. Begane grond van venstertravee verbouwd tot garage.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6453 (geraadpleegd op ).