Meergezinswoning in gematigde art-decostijl gebouwd in opdracht van F. Gruwez-Celis, naar een ontwerp door architect Eduard Van Steenbergen uit 1922. De legerofficier Gruwez was sinds kort overgeplaatst vanuit Brussel, voor een nieuwe functie als kapitein-commandant van de Genie in Antwerpen. Allicht bedoeld om de bouwkosten te helpen aflossen, omvatte de nieuwe gezinswoning ook een huurappartement. De beroepsmilitair zou later nog tot twee keer toe beroep doen op Van Steenbergen voor de bouw van een nieuwe woning, vermoedelijk telkens naar aanleiding van mutaties of carrièrewendingen. In 1928, amper vijf jaar na de voltooiing van het meergezinshuis in Antwerpen, ontwierp de architect voor het echtpaar Gruwez-Celis een modernistische villa in Luik. Gelegen aan de avenue des Ormes in de residentiële wijk Cointe, was het vrijstaande kubische volume opgetrokken in een Hollands geïnspireerde baksteenbouw, met een opmerkelijke betonnen pergola. In 1948 volgde een voorname burgerwoning aan de Herbert Hooverlaan in Sint-Lambrechts-Woluwe, met een veeleer klassiek gevelfront in natuursteen, eigen aan het naoorlogse modernisme van Van Steenbergen.
De woning Gruwez-Celis behoort tot de vroegste werken van Eduard Van Steenbergen, die pas een jaar eerder, in 1921, debuteerde als zelfstandig architect. Waar zijn eerste realisatie, de woning Grauls in Berchem, schatplichtig was aan de Engelse Arts & Crafts, ontwikkelde hij hier een premodernisme met art-decokenmerken dat eerder naar de Amsterdamse School ontleend lijkt. Het gebouw kwam in hetzelfde jaar tot stand als de woning Léonard in Borgerhout, en ging net vooraf aan zijn eerste grote opdracht, de Unitaswijk in Deurne. Midden jaren 1920 versoberden zijn ontwerpen tot een meer zakelijk idioom dat aan de architectuur van Frank Lloyd Wright en generatiegenoot Jan Wils herinnert, zoals onder meer blijkt uit de eigen woning van Van Steenbergen in Berchem.
De rijwoning met een gevelbreedte van drie traveeën, telt drie bouwlagen onder een plat dak. Sober van bouw is de voorgevel opgetrokken uit rode baksteen, schaars verwerkt met natuursteen en discreet afgelijnd door de plint en de daklijst in arduin. Als structuur van de bow-window op de eerste verdieping is vermoedelijk gebruik gemaakt van gewapend beton. De compositie waarvan de geprofileerde hoek- en middenpilasters het verticale ritme bepalen, legt het accent op deze brede, vijfledige bow-window met een borstwering en een bekronend balkon uit smeedijzer. Opvallende medaillons met een spiraalmotief in het rankwerk, sieren als enige vorm van geveldecor de draagbalk. Op de begane grond wordt de deur geflankeerd door een gebogen drielicht, daar waar de bovenste verdieping een regelmatige ordonnantie van rechthoekige vensters vertoont. De oorspronkelijk gemetselde claustra’s boven de lateien, die een decoratieve fries vormden onder de daklijst, werden later gedicht. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met kleine roedeverdeling in het bovenlicht bleef behouden, evenals het smeedijzeren voortuinhek.
Volgens de bouwplannen omvat het gebouw de gezinswoning, die de begane grond en de tweede verdieping beslaat, en het huurappartement op de eerste verdieping. De gezinswoning biedt gelijkvloers ruimte aan een suite van salon en eetkamer, geflankeerd door de inkom en het trappenhuis, met een bijkomend vertrek en de keuken in de achterbouw. Drie slaapkamers nemen de bovenste verdieping in, die zich beperkt tot de voorbouw. Het huurappartement bestaat uit het salon en de eetkamer in L-vorm, en eveneens in de achterbouw de slaapkamer en de keuken met terrasje en tuintrap.
Voor het interieur ontwierp Van Steenbergen een vermoedelijk houten staanlamp met een geblokte basis, een schacht in ajour en een lampenkap.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Meergezinswoning in art deco [online], https://id.erfgoed.net/teksten/139421 (geraadpleegd op ).
Burgerhuis in art-decostijl naar ontwerp van E. Van Steenbergen, van 1922. Ongelijk aantal traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. Bakstenen lijstgevel met toepassing van witte steen. Gevelbrede halfronde erker van de bel-etage bekroond met dito balkon. Tweede en derde bouwlaag geritmeerd door lisenen. Rechthoekige muuropeningen. Bewaard houtwerk en roedeverdeling van de bovenvensters.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Meergezinswoning in art deco [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6457 (geraadpleegd op ).