Bewaard gevelfront van een vroeger burgerhuis in gematigde art-nouveaustijl, gebouwd naar een ontwerp door architect Theodoor Vermeulen uit 1907. Dit eenvoudige 'renteniershuis' dat Vermeulen vermoedelijk voor eigen rekening liet optrekken als vastgoedinvestering, is representatief voor het type rijwoningen in art nouveau dat hij gedurende het eerste decennium van de 20ste eeuw ontwierp. Het gebouw werd in 1990 in opdracht van het Antwerpse OCMW op de voorgevel na gesloopt voor de uitbreiding van het aanpalende Rust- en verzorgingstehuis Vinck-Heymans. Hier ging een bouwproject uit 1989 aan vooraf, dat een volledige sloop en vervanging van de woning door nieuwbouw beoogde, maar door Stedenbouw werd geweigerd vanwege de verstoring van het straatbeeld.
Rijwoning met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën en oorspronkelijk drie bouwlagen. De sobere lijstgevel is opgetrokken uit gele baksteen doorspekt met natuursteen, op een typisch gegroefde plint in arduin. In overeenstemming met de indeling van het interieur, legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee. Een driezijdige houten erker met balkon markeert de begane grond, een tweelicht de bovenste verdieping. Verder vertoont de gevel een regelmatige ordonnantie van licht getoogde deur- en vensteropeningen, met een bewerkte waterlijst of kraagstenen. De houten kroonlijst rust op consooltjes en hoekpostamenten. Tijdens de nieuwbouwfase werden het schrijnwerk vernieuwd, en het voortuinhek verwijderd. Van de smeedijzeren balkonleuning lijken enkel de decoratieve onderdelen in geometrische art nouveau bewaard, ingepast in een nieuwe compositie.
De plattegrond van de woning beantwoordde oorspronkelijk aan de klassieke typologie van het burgerhuis, met vermoedelijk de gebruikelijke suite van salon, eetkamer en veranda op de begane grond, geflankeerd door de vestibule en het trappenhuis.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1907#311, 86#890825 en 86#900574.