Burgerhuis in beaux-artsstijl naar een ontwerp door de architect Emile Thielens uit 1906. Opdrachtgever was de van origine Pools-Russische diamanthandelaar Raphaël Hil (Rafat Chil) Elbaum (Siedlce, 1873-Antwerpen, 1935), die vanuit Siedlce (Sedletz) naar Antwerpen emigreerde in 1889. Hij huwde in 1896 met Chana Esther Tolkowsky (°Bialystok, 1875), de oudste dochter van de diamanthandelaar Abraham Tolkowsky (Krynki, 1838-Kalmthout, 1913). Het echtpaar kreeg drie dochters geboren tussen 1896 en 1903. Beide verwierven in 1924 de Belgische nationaliteit. Het hotel Elbaum vormde een ensemble met de aanpalende, voornamere hotels Max Tom (voorheen nummer 27) en Henry Raminker (voorheen nummer 29), in 1905 ontworpen door Thielens respectievelijk in neorenaissance- en neorococostijl, en gesloopt in 1984. Deze drie hotels behoren tot het latere werk van Emile Thielens, die actief was tot zijn overlijden in 1911. Vooral bekend van de gebouwen voor de Antwerpse Zoo, verliet hij aan het eind van zijn loopbaan de art nouveau voor een klassieke beaux-artsstijl. Veruit zijn belangrijke realisatie uit deze periode is de monumentale Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépôts aan de Meir.
De rijwoning met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit witte natuursteen, met een geboste pui en een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de pui- en waterlijsten en afgewerkt met een zwaar geornamenteerd, klassiek hoofdgestel op consoles, legt de asymmetrische compositie de klemtoon op de bel-etage. Deze wordt in de twee linker traveeën gemarkeerd door een bow-window met console, vijflicht en bekronend smeedijzeren balkon, en in de rechter travee door een driehoekig fronton. Verder volgt de opstand een regelmatig schema van rechthoekige deur- en vensteropeningen met sluitstenen op de begane grond, geriemde omlijstingen en bewerkte borstweringen op de bovenverdiepingen. Het geveldecor is ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl, met typische ornamenten als guirlandes met strik, medaillons en chutes, vooral ter versiering van de borstweringen of lateien en het hoofdgestel. Het smeedwerk van de balkonborstwering en keldertralies volgt een laat-18de-eeuws patroon. Het oorspronkelijk houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters, met kleine roeden in het bovenlicht, is vernieuwd.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173110 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen in neo-Lodewijk XVI-stijl, uit begin 20ste eeuw. Lijstgevel met natuurstenen parement op arduinen sokkel; geblokte, licht verhoogde begane grond, brede puilijst waarop halfronde erker met bekronend balkon, borstwering met festoenen. Rijk uitgewerkt fries met medaillons en festoenen, kroonlijst op klossen en bewerkte consoles. Rechthoekige vensters en deur, bewaard houtwerk met kleine roedeverdeling in de bovenlichten.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6484 (geraadpleegd op ).