Dit imposant herenhuis in beaux-artsstijl werd opgericht in 1905 naar ontwerp van architect Joseph Hertogs. Na 1937 werd het gebouw inwendig aangepast tot privémuseum van Pieter Smidt van Gelder om zijn verzameling rond West-Europese kunstnijverheid tentoon te stellen.
De oudste bebouwing op deze kavel ontstond nog voor 1860. Er werden toen enkele ongeveer even brede huizen op gebouwd. Van hun bestaan blijven er enkel in de kelder nog sporen bewaard. Het blijkt dat ze kelderkeukens hadden die met ramen boven het maaiveld uitstaken. Aan de buitenzijde hadden ze bovendien een niet-onderkelderde zone, wat wellicht kan wijzen op de aanwezigheid van koetspoorten.
Ongeveer 30 jaar later, voor 1890, had er een eerste ingrijpende verbouwing plaats. Op het kadasterplan treffen we nu een brede meesterwoning aan, zuidwestelijk gelegen, en daarnaast een uiterst smalle woning met een koer, noordoostelijk gelegen. Er zijn geen sporen van deze bouwfase gekend, behalve een enorme brandkoffer die wellicht uit deze periode stamt.
Nog eens vijftien jaar later veranderde de situatie opnieuw. In 1905 werden de huizen samengevoegd en ontstond het Hotel Thys.
Op nauwelijks 45 jaar tijd kende dit perceel dus drie verschillende bebouwingen. Dit wijst zowel op de gunstige economische omstandigheden in Antwerpen in de betrokken periode als op de blijvende aantrekkingskracht van het Quartier Léopold.
Het huidige huis werd gebouwd door Edouard Thys-Cateaux (1868-1914), een belangrijk bankier en zakenman. Zijn privébank, de Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépots werd overgenomen door de Banque d'Anvers voorloper van de Generale Bankmaatschappij. Hij richtte bovendien de Antwerpse elektriciteitsmaatschappij en de Antwerpse trammaatschappij op. Daarnaast was hij betrokken bij niet minder dan 80 ondernemingen over vier continenten verspreid. Edouard Thys was ook stichtend lid van de commissie die de Olympische Spelen (1928) en de Wereldtentoonstelling (1930) te Antwerpen zouden organiseren. Hij bezat het kasteel van Brasschaat dat ingrijpend verbouwd werd door architect Hertogs.
Joseph Hertogs (1861-1930) was ook de architect van deze meesterwoning. Andere voorname woonhuizen van zijn hand zijn het hotel Good en het hotel von der Becke aan het Koning Albertpark. Hij is echter vooral gekend van de neomoorse synagoge, van de neoromaanse evangelische kerk te Antwerpen en van de warenhuizen Leonhard Tietz te Antwerpen en à l'Innovation te Brussel. Minder gekend is zijn betrokkenheid bij de restauratie van enkele 18de-eeuwse gebouwen van Jan Pieter van Baurscheit de Jonge en het feit dat hij ook het Museum Mayer van den Bergh ontwierp in neogotische stijl.
De tuin was op dat moment een romantische tuin met hoge bomen en grasperken, omzoomd door kronkelpaadjes en door gevarieerde borders met bloemen en heesters. Hij was nog veel groter dan de huidige tuin en gaf via enkele dienstgebouwen uit in de Nerviërsstraat. De achterste helft van deze tuin met de dienstingang, werd echter reeds in het begin van de jaren 1930 verkocht.
Pieter Smidt van Gelder (1878-1956) stamt uit een belangrijke Nederlandse familie wiens naam nog steeds verbonden is aan de productie van het kwaliteitspapier Van Gelder. Dankzij een belangrijke erfenis langs moederszijde kon hij op 30-jarige leeftijd het bedrijfsleven vaarwel zeggen en zich enkel nog wijden aan zijn passies voor reizen en kunst. Op 60-jarige leeftijd verhuisde hij naar Antwerpen waar hij door zijn aankoop in 1937 van het Hotel Thijs dit nog net van de slopershamer kon redden. Hij richtte er zijn privémuseum in en een verblijf voor zichzelf.
De kunstcollecties van Smidt van Gelder situeren zich tussen 1600 en 1900 en zijn uitgesproken West-Europees van herkomst. Vooral onze buurlanden zijn hier goed vertegenwoordigd. Het museum is in de eerste plaats gewijd aan de toegepaste kunsten en meer bepaald de luxenijverheid. Het bezit uitgebreide collecties meubels en binnenhuiskunst, Oosters porselein (exportposelein), westerse ceramiek en verder vitrinevoorwerpen en objets-de-vertu. Daarnaast is er ook nog een schitterende collectie schilderijen van vooral Hollandse meesters.
Belangrijke schenkingen aan de Brusselse musea hadden Pieter Smidt van Gelder vroeger reeds de onderscheiding van Commandeur in de Kroonorde opgeleverd. Toen hij in 1949 zijn huis en zijn collecties aan de stad Antwerpen schonk, verkreeg hij bovendien de onderscheidingen van Commandeur in de Leopoldsorde. Hij nam de Belgische nationaliteit aan en werd in 1954 in de adelstand verheven met de persoonlijke titel van ridder. Hij overleed twee jaar later en werd begraven op het stedelijk ereperk Schoonselhof.
Architect Edouard De Winter ontwierp voor het privémuseum op de bel-etage en de eerste verdieping een sobere, verfijnde maar vooral functionele 'eenheidsinrichting' met een sterk eigentijds en dus jaren dertig karakter. Hierbij werden bijna alle tussendeuren weggehaald, zodat er naast een vlotte doorgang ook een sterke ruimtewerking ontstond. De meeste lambriseringen werden sterk vereenvoudigd tot vlakke wanden met grijs geschilderd houtwerk en een textielbespanning van goudbruin fluweel, waarop de collectie goed tot haar recht kwam. Ook de plafonds werden van hun decoratie ontdaan en effen wit geschilderd. Hieronder kwam in alle zalen dezelfde typische brede lijst, waarop indirecte verlichting werd geïnstalleerd. Daarnaast werden er eigentijdse vitrines en stolpen aangekocht om de kleinere voorwerpen te presenteren. Op de tweede verdieping, waar vroeger de bediendevertrekken lagen, werd een luxueus appartement voor de verzamelaar ingericht. Op het gelijkvloers kwamen er, behalve de keuken, nieuwe bediendevertrekken en een opslagruimte voor de reserve, ook een ruime tuinkamer voor de verzamelaar.
Tuinarchitect Georges Wachtelaer nam de geamputeerde romantische tuin onder handen en ontwierp hier een schitterend voorbeeld van de 'Moderne Tuinkunst'. Het werd een heel architecturale tuin met een eenvoudige lineaire aanleg.
Het Hotel Thys is opgetrokken in beaux-artsstijl en de gevelopstand is geïnspireerd op de Franse hotels uit de 18de eeuw. Hiervan wijken enkel het gelijkvloers (dat uitgewerkt werd als een geblokte sokkel) en de hoofdingang (die uiterst rechts geplaatst is) af.
De middelste drie traveeën werden als een risaliet uitgewerkt, bekroond door een driehoekig fronton met beeldhouwwerk en met composiet pilasters en een groot balkon. Links en rechts hiervan zitten telkens twee traveeën.
De achtergevel heeft een asymmetrisch gebouwde erker van vier traveeën breed, onder een groot terras met een balustrade en siervazen. Naast de erker zit een kleiner terras met een gebogen bordes, dat met een sierlijke dubbele trap met smeedijzeren leuning toegang geeft tot de tuin.
De beide gevels zijn in natuursteen en bleven zeer goed bewaard, op het afdak in smeedwerk en glas van het kleine terras achteraan na. Het schilddak is bekleed met leien.
De interieurs zijn uitgevoerd in dezelfde luxueuze stijl. Hier bleven vooral de trappen en de wanden van de toegang en van de hal van de bel-etage goed bewaard. Ze zijn uitgevoerd in natuursteen en voorzien van lijstwerk en monumentale reliëfs. Vooral de polychrome marmeren vloer van de hal spreekt tot de verbeelding. De monumentale deuren, de trapleuningen en de bordessen zijn in smeedwerk met details in verguld koper. De andere interieurs bleven ongeveer voor 50 procent bewaard, namelijk vooral de schouwen, de vloeren en een gedeelte van de lambriseringen.
Het grondplan van de tuin wordt bepaald door de rechte paden en de talrijke brede borders met groenblijvende heesters in gesnoeide vormen. Ze omzomen de grote grasvelden en de terrassen. Tussen deze vlakke elementen zitten er overal niveauverschillen met trappen en keermuurtjes in breuksteen, en daarnaast zijn er twee pergola's en niet minder dan zes fonteinen. Verder vinden we er beelden, vazen en tuinmeubilair in de meest uiteenlopende materialen.
Bron: Beschermingsdossier DA002360, Belgiëlei 91 : Museum Smidt – Van Gelder (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2015: Museum Ridder Smidt van Gelder met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/170366 (geraadpleegd op ).
"Museum Ridder Smidt van Gelder". Gebouwd in 1905 naar ontwerp van J. Hertogs (cf. gevelplaat) door Pieter Smidt van Gelder (1878-1956). Ruim herenhuis naar het patroon van Franse hotels uit de 18de eeuw doch met afwijkende elementen in de gevelopbouw, onder meer de lage, geblokte sokkelvormende eerste verdieping en de enkelhuisopstand met hoofddeur rechts. Interieur in 18de-eeuwse-stijl als kader voor de onvergelijkbare collecties stijlmeubelen, schilderijen, Chinees en Europees porselein, wandtapijten, juwelen en kunstvoorwerpen. Museum in 1949 overgedragen aan de stad; in 1950 geopend voor het publiek; interieurbekleding met zijde uit Lyon (circa 1975). Interieur en collecties zwaar beschadigd door een brand op 2 februari 1987.
Lijstgevel met parement van natuursteen; enkelhuisopstand met zeven traveeën en drie en een halve verdieping, leien schilddak. Markerend balkon en driehoekig fronton met putti voor het drie traveeën breed, extra versierd, middenrisaliet geordonneerd door composietpilasters. Steekboogvensters in geriemde omlijstingen, radvensters en rechthoekige muuropeningen, de laatste op gelijkvloerse verdieping met sierlijk ijzersmeedwerk. Hoge geprofileerde rondboogdeur die samen met het bekronend bovenlicht de hoogte inneemt van de eerste twee verdiepingen.
Achtergevel van zeven traveeën met asymmetrisch gebouwde erker van vier traveeën onder terras met balustrade en siervazen, rechthoekige vensters en verkleinende ordonnantie. Rechts korfboogvormig deurvenster geflankeerd door rechthoekige vensters en oculi, gebogen bordes en sierlijke gebogen trap met smeedijzeren leuning.
Mooie Franse tuin waarvan tuinmuren met geblokte rondbogen op dito pilasters, blinde boogvelden en bekronende siervazen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Museum Ridder Smidt van Gelder met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6488 (geraadpleegd op ).