Teksten van Gekoppelde burgerhuizen in neorenaissancestijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6490

Gekoppelde burgerhuizen in neorenaissancestijl ()

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neorenaissancestijl, naar een ontwerp door de architect Ernest Stordiau uit 1889. Opdrachtgever was de toen 29-jarige advocaat Victor Pierre Marie Joseph Robyns, echtgenoot van Anna Carolina Marie Bauffe, die ook naam maakte in de schermsport. Bedoeld als vastgoedinvestering liet hij gelijktijdig nog twee burgerhuizen optrekken, het verwante maar verbouwde Belgiëlei 101, en het daarbij aanpalende, vandaag verdwenen hoekpand Lange Leemstraat 221. De eerste opdracht waarvoor de jonge Robyns in 1883 beroep deed op Stordiau, was de bouw van zijn hotel aan de Frankrijklei met advocatenkantoor aan de Tabakvest. De gekoppelde woningen aan de Belgiëlei werden omstreeks 2000 op de voorgevel na gesloopt voor een nieuwbouwproject, dat een bankkantoor en vier appartementen omvat.

Waar Ernest Stordiau zich als beginnend architect bediende van het destijds conventionele neoclassicisme of de second empire, onderscheidde hij zich vanaf de tweede helft van de jaren 1880 met burgerhuizen in een geheel eigen, op de Florentijnse vroegrenaissance geïnspireerde bouwstijl. Tot de representatieve voorbeelden behoren behalve de woningen Robyns, het hotel Frédéric Belpaire uit 1887 aan de Sint-Jansvliet, en het woningensemble voor de Maatschappij van het Oostkwartier in de Stierstraat uit 1896. De architect drukte omstreeks de eeuwwisseling met talrijke realisaties een belangrijk stempel op de wijk Zurenborg, en speelde een vernieuwende rol binnen de Antwerpse art nouveau. In zijn behoudende late werk uit het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog, liet hij zich vooral inspireren door de Franse Lodewijk XIV-stijl en het classicisme.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen, oorspronkelijk onder zadeldak. Het gevelfront onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, ruim verwerkt met contrasterende blauwe hardsteen voor de hoge sokkel, bossage, de brede puilijst, balkons, vensteromlijstingen en de fries. Gekoppeld volgens een repeterend schema, en geleed door de puilijst, is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen op de begane grond, en rondboogvensters op de verdiepingen. De gevelcompositie legt telkens de klemtoon op de middentravee, op de bel-etage gemarkeerd door een balkon met balustrade en een typisch aediculavenster. Dit laatste bestaat uit Dorische driekwartzuilen, een entablement met trigliefen en een driehoekig fronton. Het portaal in een geriemde omlijsting met oren, wordt bekroond door een paneel met voluten en een bovenlicht. Op de bel-etage zijn de zijvensters gevat in een breed geprofileerde, gedrukte spitsboogomlijsting, met een guirlande op de borstwering. Vensteromlijstingen met imposten, schijven in de zwikken, en een entablement, en lekdrempels op consoles, kenmerken de tweede verdieping. Het klassieke hoofdgestel bestaat uit een geornamenteerde fries en een houten kroonlijst met tandlijst op modillons. Slechts één van de houten inkomdeuren is bewaard.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1889#144 (Belgiëlei 95-97), 1889#179 (Belgiëlei 101), 1889#62 (Lange Leemstraat 221).
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 14.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Gekoppelde burgerhuizen in neorenaissancestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173113 (geraadpleegd op ).


Twee identieke rijhuizen ()

Twee identieke rijhuizen van telkens drie traveeën en drie bouwlagen naar ontwerp van architect E. Stordiau van 1889, geïnspireerd door de Florentijnse vroegrenaissance. Lijstgevels met natuurstenen parement en enkelhuisopstand, gemarkeerd door kordons, brede puilijst en doorlopende lekdrempels op eerste en tweede bouwlaag, geornamenteerd fries en houten kroonlijst met tandlijst op modillons. Hoge arduinen sokkel, centraal balkon met balustrade geflankeerd door panelen met guirlandes. Rechthoekige en rondboogvensters, de laatste in geriemde omlijstingen, op derde verdieping onder gestrekte waterlijst op afzonderlijke lekdrempels met consooltjes. Balkonvenster geflankeerd door Dorische driekwartzuilen waarop klassiek hoofdgestel met driehoekig fronton. Rechthoekige deur in geriemde omlijsting met oren, bekronend paneel onder gestrekte waterlijst.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1889#144.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 14.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde burgerhuizen in neorenaissancestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6490 (geraadpleegd op ).