Neoclassicistisch burgerhuis, het rechter pand van een geheel van oorspronkelijk twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde panden, voor eigen rekening opgetrokken door P.J. Kasteleyns, naar een ontwerp uit 1867. Van deze aannemer van openbare werken zijn in Antwerpen bouwprojecten geïdentificeerd uit de jaren 1866 tot 1878. Het linker pand (Belgiëlei 111) is omstreeks 1966 gesloopt voor een nieuwbouwflat.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de bel-etage gemarkeerd door een balkon met voluutconsoles en smeedijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema opgebouwd uit registers van steekboogopeningen in geriemde omlijstingen., de inkomdeur met sluitsteen. Op de bel-etage zijn de vensters verrijkt met oren, sluitstenen en casementen in de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op uitgelengde voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging. Bewerkte houten vleugeldeur van omstreeks 1910; ijzeren souterraintralies en parapetten.